Job reageert op zijn lijden / deel 5

De HEERE heeft gegeven, de HEERE heeft genomen, de Naam van de HEERE zij geprezen

 

Het bovenkleed wat later door de priesters als heilige kleding wordt gedragen, van fijn linnen, wordt door Job als “teken van rouw” gescheurd. Job scheert zijn hoofd als teken van diepe rouw. Hij valt op de aarde en buigt. Hij buigt voor de Almachtige. Hij verootmoedigt zich voor de Schepper van hemel en aarde. Hij zegt dan ook: “Naakt ben ik geboren. Met niets ben ik begonnen en met niets zal ik ook eindigen. God geeft en God heeft het recht dat weer te ontnemen. En nu ik niets meer heb loof ik toch Mijn Schepper!” Paulus schrijft in de brief aan Timotheüs: ”Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn. Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.”(1 Timotheüs 6:6-10)

“De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd!”.
Woorden die later door talloze mensen op de lippen is genomen als zwaar leed iemand treft. Als een geliefd mens ons is ontvallen. Job is de eerste die dit heeft uitgesproken. Vragen te over bij Job. Maar hij vertrouwt op God. Begrijpen doet hij het niet. Verbijsterd door verdriet. En toch geeft hij God niet de schuld. Hij zegt niet: “God waar was u? Waarom heeft U niet ingegrepen? “ Job werpt zich op de grond in aanbidding voor God en zegt: “Geprezen zij de Naam van JWHW!” Wij kennen een lied wat veel wordt gezongen en het refrein is ontleend aan Psalm 68: “Geprezen zij de Here, dag aan dag draagt Hij ons, die God is ons heil.”
Je moet wel heel veel van de HEERE houden en je moet Hem wel kennen, om dit te kunnen zeggen. De woorden van Job zijn indrukwekkend en tot troost voor velen die na hem hebben geleefd en zullen leven. Het verdriet is immens en dan te schuilen bij Hem die alles wat Hij heeft gegeven weer terugneemt, zonder te begrijpen waarom. Het is niet voor niets dat God de loftrompet over Job blies. En hoe reageert God op het verdriet en de aanbidding van Job? “De HEERE zei tegen de satan: Hebt u ook acht geslagen op Mijn dienaar Job? Want er is niemand op de aarde zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad. Hij houdt nog steeds vast aan zijn vroomheid, hoewel u Mij tegen hem opgezet hebt om hem zonder reden te verslinden.”(2:3)

De HEERE vraagt zelf aan de satan of hij gezien heeft dat Job trouw is gebleven. Het is trouwens opvallend dat satan kan beoordelen of Job inderdaad God trouw is gebleven. Hij kan niet in ons hart kijken, maar kan wél zien uit de manier waarop we leven, waarop we bidden, waarop we offeren, waarover we praten, of ons hart op God is gericht.