Job en zijn vrienden / deel negen

“Als jij , Job, je bekeert tot de Almachtige, zal je gebouwd worden. Doe het onrecht ver weg van je tent.”(Elifaz)

 

Na een week lang gezwegen te hebben, gehuild te hebben, verbijsterd te zijn geweest en nagedacht te hebben beginnen de vrienden te spreken. De drie vrienden komen er heel slecht af in de beleving van veel mensen die de geschiedenis van Job kennen. Hun redenering vinden ze bekrompen. Ze zijn slechte troosters. Ze zeggen precies de dingen die ze niet moeten zeggen. En dat is ook zo. Toch moeten we niet vergeten dat zij de moeite hebben genomen om naar Job toe te gaan. Hun meeleven was oprecht. Hun pijn over het lijden van Job was oprecht. En ze waren vrienden van Job. Het waren meer dan bekenden van elkaar. Ze waren vrienden! Bovendien willen ze Job helpen.
Hun basisgedachte is echter fout, hoewel niet geheel onbegrijpelijk. Ze redeneren als volgt: Job zit in de ellende, die ellende moet wel het gevolg zijn van een grote zonde van Job. Als Job die zonde belijdt voor God, zal God hem vergeven en geneest God hem. Elifaz begint met het zoeken van een verklaring. Hij zegt: “Je woorden hebben degene die struikelde, opgericht, en de knikkende knieën heb je sterk gemaakt. Maar nu overkomt het jezelf, en je bezwijkt; het treft je, en je wordt door schrik overmand. Is je vrezen van God dan niet je verwachting, de oprechtheid van je wegen je hoop?”( 3:4-6) Elifaz twijfelt aan de geloofwaardigheid van Job. Je hebt wel mooi gesproken, maar nu het er op aan komt bezwijk je direct. Heeft Elifaz hier een punt? We weten dat het niet zo is. We weten dat Job volkomen oprecht gehandeld heeft. We weten dat Job altijd Gods aangezicht heeft gezocht. We weten dat Job een bidder was. Maar Elifaz ziet aan wat voor ogen is. Hij ziet de ellende van Job. En zijn conclusie is helder, maar onbarmhartig. Elifaz verwijt Job zelfs zijn onoprechtheid. Moet je nagaan, hoever Elifaz er naast zat.

Zelfreflectie:
En dit is een goed punt voor zelfreflectie. Hoe onbarmhartig en haastig is vaak ons eigen oordeel over de medemens. Zonder dat we op alle facetten van iemand in beeld hebben, is ons oordeel al klaar. In ieder van ons zit een “Elifaz” verborgen.
Beschuldigingen van Elifaz
Luisteren we nog even verder naar de beschuldigingen van Elifaz aan het adres van Job: “Denk er toch aan: wie is ooit als onschuldige omgekomen, en waar zijn er ooit oprechten uitgeroeid?”( 4:7) Het eerste deel is waar. Er is nooit een onschuldige omgekomen. Ieder mens is schuldig. Het tweede deel van de zin van Elifaz is niet waar. Er zijn in de geschiedenis velen oprechten van hart uitgeroeid.
“Maar zoals ik gezien heb: zij die onrecht ploegen en moeite zaaien, oogsten dat ook.”(4:8) Deze woorden bevatten de waarheid. Zoals Elifaz het gezien heeft klopt dit. Zij die onrecht zaaien, zullen dat oogsten. In Psalm 7:15 wordt over de goddeloze gesproken die zwanger is van kwaad en leugen zal baren. De Spreukendichter zegt: “wie onrecht zaait , zal onheil oogsten” Jesaja spreekt over de goddelozen als mensen die op holle woorden vertrouwen en valse dingen spreken. Ze zijn zwanger van onheil, ze baren ongerechtigheid. Hosea zegt: U hebt goddeloosheid geploegd ,onrechtvaardigheid geoogst, leugenvrucht gegeten. En Paulus schrijft aan de Galaten: “Dwaal niet, want wat een mens zaait zal hij ook oogsten.” De woorden van Elifaz zijn waar, maar ze zijn niet van toepassing op Job. Want Job was geen goddeloze, maar een rechtvaardige. Woorden kunnen op zich dus wel waar zijn, maar verkeerd toegepast zijn ze een dubbele leugen. En dit typeert de redeneringen van Elifaz. In het vervolg van het boek Job zien we afwisselend de aanvallen van de vrienden en de verdediging van Job. En zoals dat gaat tussen mensen wordt het debat gaandeweg steeds scherper. Job blijft zijn onschuld naar voren brengen, de vrienden hameren steeds feller op het belijden van de schuld van Job. Het scherpst van de drie vrienden is Elifaz, maar de twee andere vrienden zijn ook niet mals in hun oordeel. Zo zegt Bildad: “de hoop van de huichelaar vergaat.”(8:13). Met andere woorden Job jij bent die huichelaar. Bekeer je. En Zofar zegt: “Dan zou een verstandeloos mens verstandig worden en het veulen van een wilde ezel als mens geboren worden.”(11:12)

De drie vrienden waren wijze mannen en ze weten veel wetenswaardigheden naar voren te brengen. En het is de moeite waard naar hun woorden te luisteren. Bijvoorbeeld het advies om God te zoeken: “Maar ik zou zelf God zoeken, en mijn woord tot God richten. Hij doet grote dingen, die niemand kan doorgronden; wonderen, die niet te tellen zijn. Hij geeft regen op de aarde, en zendt water op de velden, om de nederigen op een hoogte te plaatsen, om de treurende in een veilige vesting van heil te zetten.”(5: 8-11)
Even terzijde
Even terzijde: soms is het interessant om te zien wat zij niet deden. Ze gaan bijvoorbeeld niet in gebed! Ze vragen niet aan de HEERE of Hij hun raad wil geven. Ze hebben in hun wijsheid de antwoorden al klaar. Er is geen twijfel bij hen hoe de zaak in elkaar steekt. Job is een zondaar en wordt terecht gestraft. Als ze Job maar zover kunnen krijgen dat hij schuld belijdt, dan is er weer hoop. Ze kastijden Job met hun woorden, maar met de beste bedoelingen. Ze menen namens God te spreken. Ze hebben een sluitend theologisch standpunt. Ze hoeven ook God niet meer om raad te vragen. De zaak is toch duidelijk! Maar Job houdt ondertussen vast aan zijn onschuld. En terecht! Hij zegt: “Hoelang blijven jullie mijn ziel bedroeven, en mij met woorden verbrijzelen? Jullie hebben mij nu al tien keer schande aangedaan; jullie schamen je niet om mij zo hard te behandelen.”(19:2,3) Er is geen sprake van dat ik jullie gelijk zou geven; tot ik de geest geef, zal ik mijn oprechtheid niet van mij wegdoen. Ik zal aan mijn gerechtigheid vasthouden, en zal haar niet loslaten; mijn hart zal die in mijn dagen niet minachten.”( 27:5,6)

Job vervloekt zijn geboortedag – deel 8

“Daarna opende Job zijn mond en vervloekte zijn geboortedag.”(3:1)

 

Na een week lang samen met zijn vrienden gezeten te hebben op de puinhopen van zijn leven, in zak en as, komt het nu tot een uitbarsting. Een uitbarsting van intens verdriet. Job is een gebroken man. Neer gebeukt in de ellende. Alle hoop in zijn leven is vervlogen. En ook al kunnen we schrikken van de uitroep van Job die zijn geboortedag vervloekt, toch kunnen we met hem meevoelen. Later in de geschiedenis zien we trouwens hetzelfde gebeuren bij de profeet Jeremia, die ook zijn geboortedag vervloekt. Hij zegt: “Wee mij, mijn moeder, dat u mij gebaard hebt, een man van onenigheid en een man van ruzie voor heel het land. Ik heb niets uitgeleend en men heeft mij niets uitgeleend, toch vervloekt ieder van hen mij.”( Jeremia 15:10) “Vervloekt is de dag waarop ik geboren ben. De dag waarop mijn moeder mij gebaard heeft, laat die niet gezegend zijn.”(Jeremia 20:14) En onze Heiland zegt over Judas, de verrader:” “De Zoon des mensen gaat wel heen, zoals over Hem geschreven staat, maar wee de mens door wie de Zoon des mensen verraden wordt! Het zou goed voor die mens zijn, als hij niet geboren was.”(Markus 14:21)

Job vervloekt zijn geboortedag, omdat zijn leven een verschrikkelijke mislukking lijkt te zijn geweest. Een zinloos bestaan. En hoe dicht komt dat bij onszelf als we zelf in de ellende zitten! We raken gedeprimeerd. Wat is de zin van het leven? En daar komt nog een element bij van onbestemde angst, die elk mens bij zich draagt, namelijk: hoe zal de toekomst zijn? Die angst droeg Job ook bij zich. Job eindigt zijn jammerklacht met : “Want wat mij angst aanjoeg, is tot mij gekomen; dat waarvoor ik beducht was, is mij overkomen. Ik ben niet gerust en ik ben niet stil, ik heb geen rust, er is onrust gekomen.”(3: 25 26) In Job leefde die onbestemde angst. Dat lezen we aan het begin van het boek : “Het gebeurde dan, als de dagen van de maaltijden voorbij waren, dat Job hen bij zich riep en hen heiligde. Hij stond ’s morgens vroeg op en bracht brandoffers, voor ieder van hen één, want Job zei: Misschien hebben mijn kinderen gezondigd en God in hun hart vaarwel gezegd. Zo deed Job alle dagen.” (1:5 6) Angst voor zijn kinderen, die misschien gezondigd hadden. Angst voor de dingen die Job om zich heen zag. Hij leefde ook in een tijd waarin veel mensen de HEERE niet dienden. Job leefde een rechtvaardig leven, maar zag om zich heen ook veel onrechtvaardigheid. In de vervloeking van zijn geboortedag zit een diepe teleurstelling over de gang van zijn leven. Juist hij, die alles in zijn leven afstemde op God en Zijn geboden, juist hem treft dit lot. Hoe kan dit? Het zijn toch de goddelozen die straf verdienen en de rechtvaardigen zegen? Er is onrust in mijn hart gekomen, zo besluit Job. Onrust over al het leed wat mij is overkomen. Spoedig zal hij sterven, zo is zijn stellige overtuiging. Wat is de zin van het leven? Wat is de zin van mijn leven? Maakt het dan geen verschil of iemand rechtvaardig leeft of goddeloos leeft? Die gedachte teistert het hart van Job. Het is ook deze vraag die we tegenkomen in Psalm 73, waar het gaat over de voorspoed van de goddelozen. Moeiten kennen ze niet, ze leven onbekommerd en zijn gelukkig. Job verwoordt dit fenomeen uitvoerig als hij zegt: “Waarom leven de goddelozen, worden zij oud, en wordt zelfs hun vermogen groot? Hun nageslacht is blijvend bij hen en met hen, en hun nakomelingen zijn voor hun ogen. Hun huizen hebben vrede en zijn zonder angst, en de roede van God is niet op hen. Zijn stier bespringt en mist niet; zijn koe kalft en heeft geen misdracht. Zij laten hun jonge kinderen gaan als een kudde, en hun kinderen huppelen. Zij verheffen hun stem met de tamboerijn en de harp, en zij verblijden zich op het geluid van de fluit. Zij slijten hun dagen in het goede; en in een ogenblik dalen zij af in het graf.”(21: 7-13)

De vraag die we in het vervolg te zien krijgen als de drie vrienden beginnen met hun zienswijze op het leed wat Job overkomt is: “De rechtvaardige wordt gezegend, de goddeloze bestraft” en dus heeft Job ernstig gezondigd, anders was hem dit niet overkomen.
En het antwoord van Job zal steevast zijn: Ik ben rechtvaardig, maar God is mijn tegenstander geworden, en tóch hou ik van Hem. Job vervloekt zijn geboortedag. Hij komt daar echter later zelf op terug. Hij erkent dat wat hij zegt in onverstand gesproken is. “Weeg mijn verdriet en mijn boosheid, leg mijn lijden erbij in de weegschaal: 3zwaarder is het dan het zand bij de zee. Daarom waren mijn woorden zo roekeloos.”(6:2 3) Maar hij zegt ook dat hij goedertierenheid had verwacht van zijn vrienden. ”Wie wanhopig is, mag van zijn vriend goedertierenheid verwachten.”(6:14)
Als iemand er helemaal doorheen zit, mag je goedheid verwachten van je vrienden. Een wijze les voor ons allen.

Het lijden van Job / deel zeven

Strijd op drie fronten

 

Voordat we naar de redevoeringen van de drie vrienden luisteren is het goed een tussenbalans op te maken om te bepalen wat de diepe achtergrond van het boek Job is.
Ik zie een strijd op drie fronten.
1. De eerste strijd is de weddenschap tussen God en satan. Dient Job de HEERE op alle zegeningen die hij heeft gekregen en zal hij God vaarwel zeggen als rampspoed hem treft?
2. De tweede strijd is die zal losbranden tussen Job en zijn vrienden. Wat voor kwaad heeft Job gedaan dat hem dit alles overkomt?
3. De derde strijd is Gods rechtvaardig bestuur. Is Hij rechtvaardig in al Zijn handelen?

De eerste strijd is de “weddenschap” tussen de God en satan. Deze strijd is een rode draad in het boek en we doen er goed aan dit gegeven voortdurend voor ogen te stellen. Job is de “hoofdrolspeler” die zonder de oorzaak te weten zwaar moet lijden, te zwaar bijna voor een mens om te dragen. Blijft hij trouw aan God, ook al lijkt God zijn tegenstander te zijn geworden?

De tweede strijd is de grote vraag over het lijden in het leven van ieders mens. Als het lijden je overkomt en je wanhopig wordt waarom het juist jou treft, wat doet dat met je? En is dat lijden jouw schuld? Ben jij een grote zondaar? Juist dit laatste vergroot het lijden! En je vrienden? Zijn dat nog steeds je vrienden die je steunen of zijn het vrienden die je veroordelen?

De derde strijd handelt over de vraag of God rechtvaardig is in al Zijn handelen? En daarmee verbonden of God verantwoording dient af te leggen aan ons mensen. In theorie zal een gelovige niet snel zeggen dat God onrechtvaardig handelt. Omdat beseft wordt dat dit niet mogelijk is. Maar voelen wij dat ook als het kwaad ons treft? En is er wel een antwoord te vinden op de vraag van het lijden? Moeten we het niet gewoon ondergaan?
Maar als we het ondergaan, zonder tot een antwoord te komen, ligt daar dan ook niet in opgesloten dat we het bestuur van God tóch onrechtvaardig vinden? Later in het boek kijken we naar het volk Israël. Wat heeft dit volk geleden en lijdt het nog. Wat is de zin van dit lijden? Handelt God wel rechtvaardig met Zijn uitverkoren volk? En waarom moet het héle volk lijden, óók de rechtvaardigen onder het volk die de Messias wel hebben aangenomen als hun Verlosser?

Is er een antwoord te vinden in Gods Woord? Is er een antwoord te vinden in het boek Job?

 

Het lijden breekt Job – deel zes

 

“Toen antwoordde de satan de HEERE en zei: Huid voor huid! Alles wat iemand heeft, zal hij geven voor zijn leven. Steek Uw hand maar eens uit en tref zijn beenderen en zijn vlees. Voorwaar, hij zal U in Uw aangezicht vaarwel zeggen.”(2: 4 5)

 

De grote tegenstander van God kent de mens maar al te goed. Hij is wreed in zijn gedachten en zal de mens nooit en te nimmer sparen en zal hem treffen waar hij maar kan. Het is een huiveringwekkende tegenstander. Zoals we al eerder schreven bij de eerste weddenschap : HEERE ga alstublieft niet in op deze weddenschap. En nu met te meer klem; HEERE doe het niet. Ook al weten we dat de HEERE het wél zal doen. “En de HEERE zei tegen de satan: Zie, hij is in uw hand, maar spaar zijn leven.”(2:6) De enige restrictie die de HEERE aan satan geeft is dat het leven van Job gespaard moet worden. Job zal getroffen worden door een verschrikkelijke ziekte, die weliswaar niet zijn leven zal kosten, maar die hem zal breken. En daarenboven zal Job in de overtuiging gaan leven dat God een tegenstander voor hem is geworden. “Als mijn hoofd zich opheft, jaagt U op mij als een felle leeuw.”(10:16) “Hij heeft Zijn toorn tegen mij laten ontbranden, en mij tegenover Hem beschouwd als één van Zijn vijanden.”(19:11) Waarom weet Job niet. Job houdt vast aan zijn liefde voor Zijn Schepper, ondanks alles. En hij houdt vast aan zijn rechtvaardigheid. Hij heeft God altijd met een oprecht hart gediend, en zal dat staande houden. Ondanks de aanvallen die hij straks zal verduren van zijn vrienden.

De satan slaat Job met verschrikkelijk zweren. Over zijn hele lichaam. En Job neemt een potscherf om zich daarmee te krabben. Dag en nacht ellende. Om te huilen. De vrouw van Job kan het niet meer aanzien. Jouw vroomheid heeft je niets geholpen zegt ze tegen haar man. “Zeg God vaarwel en sterf” is haar advies. Voordat iemand zegt: wát een waardeloze en respectloze reactie , bedenk dat ook de vrouw van Job alle ellende over zich heeft zien heengaan. Ook zij heeft haar prachtige leven in rook zien opgaan. Ook zij heeft haar tien kinderen verloren. Ook zij zal denken: God waar bent U nu? Waarom doet U dit? We lezen in het boek verder niets over een oordeel dat de HEERE velt over de vrouw van Job. De reactie van zijn vrouw doet Job evenwel heel veel pijn. God vaarwel zeggen? Dát nooit, denkt Job. Dat zou nog eens dwaas zijn. Ik heb immers alles van God gekregen. En hier leren we Job ten voeten uit kennen als een échte vriend van God. Zijn leven met de HEERE was geen uiterlijke godsdienst, maar een diep doorleefde gemeenschap met Hem. De reactie van Job is bewonderingswaardig. Hij wijst eerst zijn vrouw terecht om haar reactie, die hij dwaas vindt. En dan prijst hij God. Zouden we het goede accepteren en het kwade niet? Zoals de psalmdichter dat later als volgt verwoordt: “Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen.”( Psalm 63:4)

Job zondigt met deze reactie met zijn lippen niet. Velen denken daarbij: maar wél met zijn hart. Dat is echter speculatief. Het kán, maar het kán evengoed niet. En laten we maar van het laatste uitgaan. Van satan lezen we verder niets meer in het boek Job. Al is hij wel op de achtergrond aanwezig en volgt hij alles met argusogen. De drie vrienden van Job horen van het leed dat hun vriend is overkomen. Hun reactie is oprecht. Ze gaan vanuit hun woonplaats op weg naar hun vriend om hem te troosten. Zij zullen evenals wij verbijsterd zijn geweest over het leed wat Job is overkomen. Ze zijn werkelijk met stomheid geslagen. En als ze bij Job zijn aangekomen, dan herkennen ze hem nauwelijks. Ze huilen. Ze zitten bij Job een volle week zonder een woord te zeggen. Ze beseffen dat woorden nu niet op hun plaats zijn. Tot op dit moment zijn de vrienden waarlijk vrienden. Ze hebben voorheen gelachen met Job, ze bewonderden Job om zijn oprechtheid en zijn leven met God. Nu huilen zij met hem in zijn onbeschrijflijk leed.

 

Job reageert op zijn lijden / deel 5

De HEERE heeft gegeven, de HEERE heeft genomen, de Naam van de HEERE zij geprezen

 

Het bovenkleed wat later door de priesters als heilige kleding wordt gedragen, van fijn linnen, wordt door Job als “teken van rouw” gescheurd. Job scheert zijn hoofd als teken van diepe rouw. Hij valt op de aarde en buigt. Hij buigt voor de Almachtige. Hij verootmoedigt zich voor de Schepper van hemel en aarde. Hij zegt dan ook: “Naakt ben ik geboren. Met niets ben ik begonnen en met niets zal ik ook eindigen. God geeft en God heeft het recht dat weer te ontnemen. En nu ik niets meer heb loof ik toch Mijn Schepper!” Paulus schrijft in de brief aan Timotheüs: ”Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn. Maar wie rijk willen worden, vallen in verzoeking en in een strik en in veel dwaze en schadelijke begeerten, die de mensen doen wegzinken in verderf en ondergang.”(1 Timotheüs 6:6-10)

“De HEERE heeft gegeven en de HEERE heeft genomen; de Naam van de HEERE zij geloofd!”.
Woorden die later door talloze mensen op de lippen is genomen als zwaar leed iemand treft. Als een geliefd mens ons is ontvallen. Job is de eerste die dit heeft uitgesproken. Vragen te over bij Job. Maar hij vertrouwt op God. Begrijpen doet hij het niet. Verbijsterd door verdriet. En toch geeft hij God niet de schuld. Hij zegt niet: “God waar was u? Waarom heeft U niet ingegrepen? “ Job werpt zich op de grond in aanbidding voor God en zegt: “Geprezen zij de Naam van JWHW!” Wij kennen een lied wat veel wordt gezongen en het refrein is ontleend aan Psalm 68: “Geprezen zij de Here, dag aan dag draagt Hij ons, die God is ons heil.”
Je moet wel heel veel van de HEERE houden en je moet Hem wel kennen, om dit te kunnen zeggen. De woorden van Job zijn indrukwekkend en tot troost voor velen die na hem hebben geleefd en zullen leven. Het verdriet is immens en dan te schuilen bij Hem die alles wat Hij heeft gegeven weer terugneemt, zonder te begrijpen waarom. Het is niet voor niets dat God de loftrompet over Job blies. En hoe reageert God op het verdriet en de aanbidding van Job? “De HEERE zei tegen de satan: Hebt u ook acht geslagen op Mijn dienaar Job? Want er is niemand op de aarde zoals hij, een vroom en oprecht man, hij is godvrezend en keert zich af van het kwaad. Hij houdt nog steeds vast aan zijn vroomheid, hoewel u Mij tegen hem opgezet hebt om hem zonder reden te verslinden.”(2:3)

De HEERE vraagt zelf aan de satan of hij gezien heeft dat Job trouw is gebleven. Het is trouwens opvallend dat satan kan beoordelen of Job inderdaad God trouw is gebleven. Hij kan niet in ons hart kijken, maar kan wél zien uit de manier waarop we leven, waarop we bidden, waarop we offeren, waarover we praten, of ons hart op God is gericht.

Actueel 15 juni 2024

Waar gaat het naar toe met de wereld?
We leven in spannende tijden. Elke dag gebeurt er wel iets wat ons opschrikt. Het geweld van de Islam die steeds openlijker zich manifesteert in vele landen In Europa. De wetgeving van de Islam moet leidend worden in onze samenleving. In vele landen buiten Europa is dit al realiteit geworden. Er woedt een oorlog in Israel. Iran heeft een vernietigende aanval gedaan , die op wonderlijke wijze nauwelijks slachtoffers heeft geëist. Hezbollah blijft maar Israel bestoken met raketten. Hamas heeft een ondergrondse stad gebouwd en verschanst zich in een ingenieus tunnelsysteem, waarin ook nog een gijzelaars worden vastgehouden. Het antisemitisme neemt wereldwijd schrikbarend toe. En de vraag is: Is er nog hoop voor het volk van Israël , of gaan we toe naar een tijd waarin het volk wordt uitgeroeid van de aardbodem?
“Kom, zeggen ze , laten wij hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijn en aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt.” Psalm 83 :5
Het is door de geschiedenis heen de roep van de grote tegenstander van God, de satan, de overste van deze wereld. Het is Haman bijna gelukt, het is Hitler bijna gelukt.
Waar gaat het naar toe? Zal het Iran wel lukken? Zal het Rusland en Turkije lukken? Allemaal landen die niet aan Israëls grenzen. En toch? U kunt vinden wat er binnenkort zal gaan gebeuren! Er is een profeet geweest in vroegere dagen die heeft voorzegt wat er zal gaan gebeuren. U kunt dit vinden bij de Profeet Ezechiël. In de hoofdstukken 38 en 39 staat beschreven wat Rusland en Turkije en Iran samen met hun bondgenoten Hamas, Hezbollah en Irak zullen gaan ondernemen. En het gaat ze lukken! Israël zal vallen. De kracht van Israël wordt gebroken. Alles lijkt verloren. En dan ontvlamt de woede van de Almachtige God. Hij grijpt in. Hijzelf vernietigt de bovengenoemde legers. De plannen van Poetin, en Erdogan en de Ayatollahs liggen gereed. De tijd is nabij. De plannen van God, de Bewaarder van Israël zijn er ook. Wie zal zegenvieren? U zult het binnenkort gaan meemaken.

Het lijden van Job

Hoofdstuk 1: In welke tijd leefde Job?

“Het boek Job geeft ons een voorbeeld van de betrekking van een vroom mens met God. En dat buiten Israël, en zeer waarschijnlijk lang vóór Israël als volk bestond. We zien er, hoe God ten goede handelt ten behoeve van de mens, in deze wereld van boosheid. Maar ik twijfel er niet aan, tenslotte hebben we in dit boek ook een duidelijk beeld van Israël. De wegen van God, zoals ze ons worden voorgesteld in het boek Job, zijn volkomen duidelijk geworden in de geschiedenis van dat volk. “(Darby)

Het is belangrijk om vast te stellen in welke tijd Job leefde. Vooral ook om een juist beeld te krijgen waarom er een nauwe relatie is tussen Job en het volk Israël. Nog preciezer wat de verhouding is tussen het lijden van Job en het lijden van Israël. Ook de hoofdstukken waarin God Job ondervraagt, de hoofdstukken 38-41, zijn beter te begrijpen als we weten in welke tijd Job leefde. We weten dat Job wijd en zijd vermaard was om zijn rijkdom, zijn wijsheid en inzicht. Aan vee bezat hij zevenduizend schapen, drieduizend kamelen, vijfhonderd span runderen en vijfhonderd ezelinnen. Verder had hij een zeer groot aantal slaven, zodat deze man aanzienlijker was dan alle mensen van het oosten.(1:3) Je zou dus verwachten dat er veel over Job bekend is in de geschiedenis. Deze algemene opmerking is belangrijk om over na te denken, want nergens lezen we in de geschiedenisboeken over het bestaan van Job. Wat trouwens voor sommigen aanleiding is geweest om te denken aan een fictief verhaal. Ware het niet dat in Ezechiël de HEERE zelf naar drie rechtvaardigen verwijst, te weten Noach, Daniël en Job. In de Griekse versie van het boek Job, aan het einde, staat de volgende toevoeging: “Deze man (Job) wordt in het Syrische boek beschreven als wonend in het land Ausis, op de grens van Idumea en Arabië; en zijn naam daarvoor was Jobab; en hij, die een Arabische vrouw had genomen, verwekte een zoon wiens naam Ennon was. En hijzelf was de zoon van Zare, die een van de zonen van Esau was, en Bosorrha; zodat hij de vijfde was in afstamming van Abraham. En dit waren de koningen die heersten in Edom, over welk land hij ook heerste: eerst Balak, de zoon van Beor, en de naam van zijn stad was Dennaba; en na Balak Jobab,” enz. Hieruit concluderen vele Bijbelverklaarders dat deze Jobab identiek was met Job.

 

Er zijn in deze visie twee belangrijke elementen om nader te onderzoeken. Ten eerste de vraag of Job inderdaad van Ezau afstamt en ten tweede of Job inderdaad een afgeleide is van Jobab. Er zijn drie hoofdgedachten die ik voor het voetlicht wil brengen en waaruit ik dan een keuze zal maken, die in mijn optiek recht doet aan de geschiedenis van Job en die essentieel is om meer te begrijpen over zijn geschiedenis en de relatie die Job heeft met het volk Israël.
Overzicht drie gezichtspunten van de tijd waarin Job zou kunnen hebben geleefd :
1. De tijd van de aartsvaders Abraham, Izaäk en Jakob in ruime zin genomen
2. De tijd van de ballingschap
3. De tijd ongeveer 150 jaar vóór de aartsvaders

1. De tijd van de aartsvaders Abraham, Izaäk en Jakob in ruime zin genomen
De meeste rabbijnen ( en ook Bijbelleraren) plaatsen Job in de tijd van de aartsvaders. De lijn die de Septuaginta volgt is de lijn Abraham- Izaäk- Ezau- Zare- Ennon- Jobab. De rabbijnen menen dat Job een afstammeling is van Ezau. En dat hij geruime tijd na Abraham heeft geleefd. Je komt dan als snel uit op meer dan 250 jaar na de geboorte van Abraham. Ik zie belangrijke struikelpunten in deze theorie. Het is het zeer onwaarschijnlijk dat Job af zou stammen van Ezau. We kunnen denken aan de tekst: “Was Ezau niet de broer van Jakob? spreekt de HEERE. Toch heb Ik Jakob liefgehad,3en Ezau heb Ik gehaat.” Paulus verwijst daar ook naar in de brief aan de Romeinen.
Vanuit de geschiedenis van de nakomelingen van Ezau is er ook niets bekend dat er een man als Job geleefd zou hebben als nakomeling van hen. En dat zou je toch wel verwachten als een zo aanzienlijk man als Job in die tijd geleefd zou hebben. Job was immers de rijkste man van die tijd en wijd en zijn vermaard om zijn rijkdom, maar ook om zijn wijsheid.
Verder is een punt dat aandacht verdiend het feit dat in het hele boek Job met geen woord gerept wordt over de aartsvaders Abraham, Izaäk en Jakob. De leeftijd van Job die hij heeft bereikt speelt ook mee in onze zoektocht in welke periode Job geleefd heeft. Job leefde na zijn rampspoed nog 140 jaar. Stel dat Job bij aanvang van de rampspoed 70 jaar was , dan kom je uit op een totaal van 210 jaar. In de tijd dat de Septiaginta denkt dat Job geleefd zou hebben, kwamen die hoge leeftijden niet meer voor. En als Job toch in die tijd geleefd zou hebben, was dat een zeer opmerkelijk feit geweest, die wij zeker in de geschiedenis van het volk van Ezau teruggevonden zouden hebben.

 

2. De tijd van de ballingschap
Een andere theorie is dat Job geleefd zou hebben in de tijd van de ballingschap. Hier gelden opnieuw de bezwaren dat er uit de geschiedenis niets op wijst dat er in die tijd iemand als Job geleefd zou hebben. Zeker in die tijd zouden er tallozen bewijzen gevonden moeten zijn voor het bestaan van Job, maar die zijn er niet. Bovendien wordt er ook niet over de Thora gesproken, wat je in de tijd van de ballingschap bijna als vanzelfsprekend zou beschouwen. En ook hier is de afstamming vanuit het geslacht van Ezau een groot probleem. In de tijd van de ballingschap zou het wel helemaal verwonderlijk zijn dat er iemand uit het geslacht van Ezau zou zijn geweest waarvan God zou hebben getuigd dat er niemand op aarde was als Job. Het is ook opvallend dat de profeten met geen enkel woord hebben gesproken van Job als leeftijdgenoot. Bovendien was er in de van de ballingschap een grote haat vanuit Edom (Ezau) die zich manifesteerde tégen het volk Israël.
3. De tijd ongeveer 150 jaar vóór de aartsvaders
Nu we de eerste twee mogelijkheden hebben onderzocht en als onwaarschijnlijk hebben bestempeld gaan we verder zoeken. Daarbij is het wél interessant dat de rabbijnen een verband hebben gelegd tussen de naam Job en Jobab. De eerste keer dat we de naam Jobab tegenkomen in de Bijbel is Genesis 10:29 Daar lezen we:
“ Joktan verwekte Almodad, Selef, Hazarmavet, Jerah, Hadoram, Uzal, Dikla, Obal, Abimaël, Sjeba, Ofir, Havila en Jobab. Zij allen waren zonen van Joktan. Hun woongebied reikte van Mesja tot in de richting van Sefar, het bergland in het oosten.”(Gen.10:26-30)
Het gezin van Joktan wordt uitgebreid beschreven. Dat is het eerste wat opvalt. Dertien zonen, waarvan Jobab de jongste is. Vergelijk dit met Job 42:11 “Al zijn broers en al zijn zusters en allen die hem vroeger gekend hadden, kwamen bij hem en gebruikten de maaltijd met hem in zijn huis.”
Laten we verder onderzoeken of dit de Jobab is die we zoeken. Jobab komt uit het geslacht van Sem, de oudste zoon van Noach. Sems zonen waren: Elam, Assur, Arfachsad, Lud en Aram. De lijn loopt dan verder via Aram. De zonen van Aram waren: Uz, Hul, Gether en Mas.
Job leefde in het land Uz, wat vermoedelijk is vernoemd naar bovengenoemde Uz,de zoon van Aram. De geslachtslijn loopt dan verder via Arfachsad. Hij verwekte Selah, en Selah verwekte Heber. Heber is de stamvader van de Hebreeërs. Bij Heber werden twee zonen geboren; de naam van de ene was Peleg, omdat in zijn dagen de aarde verdeeld is, en de naam van zijn broer was Joktan.
De vrienden van Job(ab) kwamen uit de (wijde) omgeving van Uz. Hun namen zijn ,ondanks verwoede pogingen, niet te traceren, wat een indirecte aanwijzing is dat we moeten zoeken in de tijd vér voor de aartsvaders. Zijn er verdere aanwijzingen te vinden voor de stelling dat Job(ab) waarschijnlijk leefde in een tijd ongeveer 150 jaar vóór Abraham? Ja die zijn er! Daarvoor kijken we naar de hoofdstukken 40 en 41 van het boek Job. Daarin wordt gesproken over de Behomoth en de Leviathan. Job kende de dieren die door God speciaal worden genoemd. Daaruit kunnen we de conclusie trekken dat Job waarschijnlijk niet zo heel lang ná de zondvloed leefde en verhalen van zijn ouders en grootouders kende. Sem leefde trouwens ook nog tijdens het leven van Job, dus er was informatie uit de eerste hand.
De Behomoth leefde in de omgeving van de Jordaan, wat aangeeft dat het land Uz daar niet ver vandaan lag. Volgens een studie van prof. dr. M.J. Paul moeten we bij de Behomoth en de Leviathan denken aan dino’s of draken. Deze hebben niet miljoenen jaren voor het ontstaan van Israël geleefd, maar tijdens het leven van Sem!
Wat er verder voor pleit dat de Jobab van Genesis 10 wordt bedoeld is de taal die in het Bijbelboek Job wordt gebruikt. Er komen woorden in voor die klaarblijkelijk gebruikt werden in een tijd die vóór Abraham gebruikelijk was. Ook de kennis die zowel Job als de drie vrienden bezitten, pleiten ervoor dat we te maken hebben met een tijd die dicht bij het leven van Sem heeft gelegen.

 

Leefomstandigheden:

Als we verder letten op de leefomstandigheden die we in het boek Job tegenkomen valt het op dat er zaken worden genoemd die op zijn minst opmerkelijk zijn. Het heeft er alle schijn van dat we te maken hebben met een tijdsperiode waarin de aarde aan het herstellen was van de verwoestende zondvloed. Zo spreekt Job over bijzondere gebeurtenissen die hij op beeldende wijze laat spreken: “Hij verplaatst bergen, zonder dat men het merkt, Hij keert ze om in Zijn toorn. Hij schudt de aarde van haar plaats, zodat haar pilaren wankelen.”(Job 9:5 en 6) Het klimaat lijkt ook anders te zijn, dan wat thans gebruikelijk is in de omgeving van de Jordaan. De beschrijving van de wilde stromen van de Jordaan, die getekend worden bij de beschrijving van de Behemoth laat een veel imposantere Jordaan zien dan thans het geval is. Ook de ijsvorming is anders. In het zesde hoofdstuk van Job vergelijkt Job zijn drie vrienden met stromende beken die donker zijn van ijs, waarin de sneeuw zich verbergt en als het weer warm wordt drogen zij op van hun plaats.(6:16) Job refereert aan omstandigheden die behoorlijk verschillen met de huidige omstandigheden.
Ook de kracht van de slagregens duidt op een ander klimaat. Dit vinden we terug in hoofdstuk 37, waar sprake lijkt te zijn van wervelstormen en wellicht tsunami’s
“Want Hij zegt tegen de sneeuw: Wees op de aarde. Ook tegen de slagregen van de regen; en dan is er de slagregen van Zijn sterke regens.”(Job 37:6) Uit Zijn kamer komt de wervelwind, en van de verstrooiende winden komt de kou. Door de adem van God geeft Hij ijs, zodat de brede wateren verstijven. Ook maakt Hij de wolken zwaar van vocht; Hij spreidt de wolk van Zijn licht uit.”(Job 37:9-11) “Het water wordt hard als een steen, en het oppervlak van de watervloed raakt vastgevroren.”(Job 38:30) “God bedwingt de wateren, en stromen vallen droog, laat hij ze gaan, dan ontwrichten ze de aarde.”(Job 12:15) De aarde wordt ontwricht door de kracht van het water. Daarbij kunnen we o.a. denken aan tsunami’s.

 

Zeemonsters:
“Ben ik soms een zee, of een zeemonster,(tannin) dat U een wacht om mij heen zet?”(Job 7:12)

Job spreekt over zeemonsters. Vermoedelijk moeten we denken aan de Middellandse Zee waar deze dieren voor kwamen. Of Job dit verschijnsel kende uit eigen ervaring of uit verhalen van zijn voorouders, weten we niet. Wel kunnen we aannemen dat deze zeemonsters tegelijk met de mensheid leefden. Verder spreekt Job over de Leviathan, de koning van de jonge dieren. Dit dier is zo imposant dat vele uitleggers in arren moede hem maar vergeestelijkt hebben. Toch is dit niet juist. Uit de precieze beschrijving door de HEERE, blijkt dat dit een schepsel is van God. God noemt hem zelfs de koning van de jonge dieren. Het is ook aannemelijk dat er tevens een geestelijke betekenis in dit schepsel is, namelijk een afbeelding van satan, de draak. Over de draak, de oude slang, de satan wordt veelvuldig gesproken in het boek Openbaring. Kijken we naar de beschrijving door de HEERE van de Leviathan dan kunnen we concluderen dat dit op geen van ons bekende schepsels wijst. Niet op het nijlpaard, niet op de olifant. Nee, het is een uniek schepsel, die wij thans niet meer tegenkomen. Daarom lijkt het er sterk op dat we te maken hebben met een dinosaurus. Een dier dat in de voortijd leefde en nog uit overlevering bekend was bij Job en zijn vrienden. U vind de volledige beschrijving van de Leviathan in de hoofdstukken 40 en 41 van het boek Job.

Samenvattend:

Samenvattend kies ik er voor om het leven Job te plaatsten in een tijd die ongeveer anderhalve eeuw vóór Abraham zal zijn geweest. Een tijd waarin het klimaat nog sporen vertoonde van het herstel van de aarde, na de zondvloed. Een tijd waarin heel veel kennis van de natuur en van het heelal aanwezig was. Een tijd waarin Sem nog leefde. Een tijd waarin er via overlevering nog kennis was van de dieren in de voortijd. Een tijd waarin de kennis van God nog nadrukkelijk aanwezig was.

Als mijn conclusie juist is , dan was er In de tijd van Abraham dus kennis van de Levende God. We kunnen het geestelijk leven van Abraham voordat hij naar Israël geroepen werd dan ook beter plaatsen, als we bedenken dat mede via een man als Job geloof werd gevonden in de toenmalige wereld.
De namen van de vrienden kunnen we niet terug vinden in deze periode, maar ze zijn gegeven om duidelijk te maken dat we met een wérkelijke geschiedenis te maken hebben. Dat er later in de geschiedenis “naamgenoten” opduiken wil niet zeggen dat we in die periode naar het bestaan van Job moeten zoeken.

Als we kunnen aannemen dat Job inderdaad de zoon van Joktan is dan kunnen we de volgende stelling hanteren: Job is de geestelijke vader van het volk Israël!

De komende oorlog in het Midden Oosten deel vier

20 november 2023      Een jaar geleden schreef ik deel 3 van deze serie.

Inmiddels heeft zich een gruwelijke tragedie zich afgespeeld in Israel. Hamas heeft op 7 oktober 2023 op beestachtige wijze en satanische wijze meer dan 1200 Israëlisch vermoord op Simchat Thora, waaronder 332 soldaten. 242 mensen zijn gegijzeld en bevinden zich ergens in Gaza. In ondergrondse tunnels. De bevolking van Gaza wordt als menselijk schild gebruikt. De wereld gruwelt aanvankelijk van deze massamoord, maar is al snel van de schok bekomen en veroordeeld Israël omdat het terugvecht. Gaza wordt immers gebombardeerd en omsingeld.

Het antisemitisme wordt wereldwijd steeds sterker. Gevoed door de vele vluchtelingen uit het Midden Oosten en Afrika, die veelal de Moslimgodsdienst aanhangen. Maar ook, hoe schrijnend, is binnen de kerk groeiende kritiek op Israel te merken. De “vervangingstheologie” blijkt nog springlevend te zijn. En de kerk kijkt weg bij de wereldwijde Jodenhaat . “Nie wieder” blijkt “ïmmer wieder”

Israël is in nood. Aan de noordgrens staat Hezbollah met een imposante krijgsmacht te wachten op een seintje uit Iran om aan te vallen. Rusland en Turkije veroordelen Israël en staan ook in de startblokken om mee te vechten. Op de bezetten gebieden van de zgn. Westbank (het hartland van Israël te weten Samaria en Judea) is de Palestijnse bevolking steeds onrustiger. Waar gaat dit heen?

Is er een oplossing? Hamas zweert het volk Israël uit te roeien. Hezbollah eveneens. Vrede kennen ze niet. Vrede willen ze niet. Waarheid kennen ze ook niet. De leugen en de dood hebben ze lief.

Psalm 83 krijgt een geweldige lading :

“Een lied, een psalm van Asaf. God, zwijg niet, houd U niet doof, wees niet stil, o God! Want zie, Uw vijanden tieren, wie U haten, steken hun hoofd omhoog. Zij beramen listig een heimelijke aanslag tegen Uw volk en beraadslagen tegen Uw beschermelingen. Kom, zeiden zij, laten wij hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijn en aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt.

De militaire situatie lijkt bijna hopeloos. Rusland, China, Iran, Turkije, Noord Korea. Ze staan in de starblokken om Israel te vernietigen. Irak, Syrië, Jordanië, en wellicht op de achtergrond ook Egypte.

Wie neemt het nog op voor Israël? Amerika! Tot nu toe ie ieder geval. Al heeft Amerika meestal wel een dubbele agenda.

“U zult als een wolk optrekken tegen Mijn volk Israël om het land te bedekken. Het zal gebeuren in later tijd. Dan zal Ik u over Mijn land doen komen, zodat de heidenvolken Mij kennen, wanneer Ik door u, Gog, voor hun ogen geheiligd word.” (Ezechiël 38:16)

 

 

Gaat het nu gebeuren of wacht God nog? Dat is de grote vraag!

De profeet Zacharia profeteerde over de komst van de Messias. Hij zei namens God: “Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen verkracht worden. De helft van de stad zal in ballingschap wegtrekken, maar het overige van het volk zal niet uitgeroeid worden uit de stad. Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd.”(Zacharia 14: 2 en 3)

Gaat het nu gebeuren en maakt de gemeente die verlangt naar de opname en die strijdt in het geloof voor Israel, zal die gemeente deze dingen nog meemaken?

 

 

Psalm 2 laat zien welke geestelijke strijd er momenteel aan de gang is. Wereldwijd. Er blijkt een enorme haat te zijn tegen het volk Israel. Er blijkt een enorme haat te zijn tegen Joden. En die haat vindt je overal. Zelfs binnen de kerk. Een dolende kerk die heel veel lijkt op de laatst beschreven gemeente in Openbaring. De gemeente van Laodicea. Leest u die brief maar eens!

Weet u wat er nu plaats vindt? Een opstand tegen de HEERE en Zijn gezalfde! Vanuit de wereld en vanuit de lauwe kerk van deze tijd.

“Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde: Laten wij Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen!”(Psalm 2:1-3)

En nog wat: er is een bedwelmende drank uitgegoten over de volken en over de dolende kerk. Ze kunnen niet meer helder denken. Ze zijn “dronken”.

 

De waarheid wordt vandaag de dag verdraaid en de leugen wordt geloofd. Men kan niet meer helder denken. De apostel Paulus heeft hiervan ook al geprofeteerd.

“Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden.  De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; hem, wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. En daarom zal God hun een krachtige dwaling zodat zij de leugen geloven, opdat zij allen veroordeeld worden die de waarheid niet geloofd hebben, maar een behagen hebben gehad in de ongerechtigheid.”(2 Thess.2:7-12)

Het heeft er alle schijn van dat de wereld waarin we nu leven gekozen heeft om de leugen te geloven. Op allerlei vlak.

En dat er geen weg terug meer is. De barensweeën waarover Jezus sprak lijken nu over gegaan te zijn in persweeën. De laatste fase van de wereldgeschiedenis voordat Jezus terugkomt op aarde. Wanneer Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg. Dezelfde plek waar Jezus is opgevaren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De komende oorlog in het Midden Oosten deel vier slot

Deel 4:

 

Wanneer zal de inval plaats vinden?

 

Deze vraag is heel moeilijk te beantwoorden. Er valt veel voor te zeggen dat de inval van Gog en Magog in de periode valt van de grote verdrukking. Zie eerder al de opmerking dat de volken zullen weten wie de HEERE is, als deze dingen gebeuren. De gemeente lijkt dan al te zijn opgenomen. Immers in de huidige situatie is het evangelie bekend bij de volken.

Het meest waarschijnlijke scenario is in mijn ogen dat we de inval van Rusland met zijn bondgenoten (Gog en Magog)  moeten plaatsten aan het begin van de grote verdrukking, dus nog voordat de derde tempel wordt gebouwd. Naar deze derde tempel verwijst Jezus in zijn rede in Matth. 24. Daar zal de gruwel der verwoesting staan. “ Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! “(Mattth.24:15)

Als we weer terugkeren naar de actuele politieke situatie, dan is het niet moeilijk in te zien, dat de inval van Gog en Magog een enorme impact zal hebben op de wereldeconomie. Rusland, Irak, Iran, zullen volledig wegvallen als energieleverancier. Er breekt een enorme chaos uit op de financiële markten en in die tijd van chaos zal de nieuwe wereldleider opstaan. In die tijd zal er ook geen weerstand meer zijn om de nieuwe tempel te bouwen omdat de macht van de Islam gebroken is. Er zal dan juist behoefte zijn aan een symbool van saamhorigheid, een symbool van vrede .

Een vrede waar de hele wereld dan naar verlangt. De nieuwe wereldleider zal de religies samenbundelen tot een nieuw alomvattend geloof, waarin alle godsdiensten zich kunnen vinden

Deze charismatische leider zal vrede en stabiliteit aanbrengen en de mensen zullen hem blindelings volgen. Ook Israël zal hem volgen, zoals al voorzegt door Jezus. “Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader, maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen.”( Joh.5:43)

Er zal onder leiding van de nieuwe wereldleider een wereldreligie komen. De contouren hiervan zien we al heel duidelijk in onze tijd. De wereldreligie lijkt op het ware geloof, maar mist het hart van het evangelie, namelijk Jezus Christus.

In onze dagen is er al een stortvloed van misleidingen die het de gelovigen moeilijk maakt te onderscheiden waar het op aankomt. Als de opname van de gemeente heeft plaats gevonden dan is ook de Heilige Geest, de Geest van de Waarheid in de hemel en niet meer op de aarde.

De waarheid zal in die periode nog moelijker zijn om te aanvaarden voor hen die het evangelie dan horen.

 

Tot slot:

 

Wat zal er binnenkort gaan gebeuren op het politieke toneel? Ik denk het volgende: Rusland zal een compromis gaan sluiten met Amerika over de situatie in Oekraïne. De Oekraïense provincies Donetsk en Luhansk zullen blijvend bij Rusland worden gevoegd en er zal voor Oekraïne onder leiding van de UN een troepenmacht komen die de veiligheid van de rest van Oekraïne moet waarborgen. De wereld zal opgelucht ademhalen omdat tegelijkertijd de energiecrisis wordt opgelost. Amerika zal zich terugtrekken uit het conflict en Oekraïne verder aan zijn lot overlaten, zoals het ook in Afghanistan heeft gedaan. Er zal een storm van protest komen tegen deze oplossing door allerlei groeperingen, maar die zal na verloop van tijd verstommen.

Als dit door Rusland is bereikt zal niemand een volgende confrontatie met Rusland willen en heeft het zijn handen vrij om verder te werken aan het doel om Israël binnen te vallen.

Die tijd zal vrij kort zijn, omdat Putin ook een dagje ouder wordt en hij de geschiedenis zal willen ingaan als de man die dit huzarenstukje heeft verwezenlijkt. Uit het profetisch woord weten we ook dat hij geen keus meer heeft, omdat de HEERE zelf hem daartoe geen keuze laat.

De komende oorlog in het Midden Oosten deel 3

Deel 3:

“U zult als een wolk optrekken tegen Mijn volk Israël om het land te bedekken. Het zal gebeuren in later tijd. Dan zal Ik u over Mijn land doen komen, zodat de heidenvolken Mij kennen, wanneer Ik door u, Gog, voor hun ogen geheiligd word.”(16)

De profetie laat zien dat het niet meer in de macht is van Gog om niet op te trekken naar Israël. Ze moeten wel. God zelf drijft ze voort. Of het nu slim is of niet, ze moeten wel. Ze zijn bereid om alles in de weegschaal te leggen om hun doel te bereiken.

In de huidige politieke situatie lijkt het Rusland te gaan om Oekraïne, maar dat is niet zo. Het is een schijnoffer, zoals we dat vanuit de schaakwereld kennen. Russen zijn schakers. Ze houden met tactiek de Westerse wereld in een houdgreep. Die hebben nu niets anders aan hun hoofd dan de gigantische problemen het hoofd te bieden, vooral op het gebied van de energievoorziening.

Maar ondertussen worden de plannen om Israel te beroven van hun gigantische rijkdom steeds concreter, steeds dreigender.

Als u het nieuws volgt dan weet u dat er opnieuw een bijeenkomst is geweest tussen Erdogan en Putin in Sochi , waar Putin een fabriek wil bouwen voor drones. Kortgeleden heeft er al een topontmoeting plaatsgevonden tussen Rusland, Turkije en Iran. En dan hebben we op de achtergrond ook nog steeds de nucleaire dreiging van Noord Korea.

De profeet Ezechiël ziet echter de reden waarom dit alles moet gebeuren. De Naam van de God van Israel moet geheiligd worden voor de ogen van de heidenvolken.

Dit laatste brengt ons tot nog een bijzonderheid in de profetie. Er wordt gesproken over de heidenvolken. En dat is opmerkelijk te noemen. Want onder de heidenvolken woont de gemeente van Jezus Christus. Mogen we daaruit de voorzichtige conclusie trekken, dat de gemeente al is opgenomen, wanneer de oorlog tegen Israël begint?

“Op die dag zal het gebeuren, op de dag dat Gog over het land van Israël komt, spreekt de Heere HEERE, dat Mijn grimmigheid in Mijn neus zal opstijgen. Want in Mijn na-ijver, in het vuur van Mijn verbolgenheid, heb Ik gesproken: Voorwaar, op die dag zal een zware aardbeving het land van Israël treffen! De vissen in de zee, de vogels in de lucht, de dieren van het veld, al de kruipende dieren die op de aardbodem kruipen, en alle mensen die op de aardbodem zijn, zullen voor Mijn aangezicht beven. De bergen zullen omvergehaald worden, de bergwanden zullen instorten en alle muren zullen op de grond neervallen.”(18-20)

Israëlische onderzoekers waarschuwen dat een verwoestende aardbeving van minstens 6,5 op de schaal van Richter naar verwachting in de komende jaren de regio zal treffen, meldt ISRAEL21C.

Deze onheilspellende voorspelling komt na het boren in de Dode Zee om onderwatergeologie te analyseren. Volgens de analyse van de onderzoekers vindt er elke 130 tot 150 jaar een sterke aardbeving plaats, hoewel er ook tussen de aardbevingen slechts enkele decennia tussenpozen zijn geweest. In 1927 raakten bij een aardbeving met een kracht van 6,5 op de schaal van Richter in het Dode Zee gebied honderden mensen gewond in het nabijgelegen Amman en Jeruzalem en zelfs in Jaffa. Een soortgelijke beving is zeer waarschijnlijk tijdens ons leven, zegt het team, dat werd geleid door prof. Shmuel Marco, hoofd van de Porter School of the Environment and Earth Science van de Universiteit van Tel Aviv. De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het tijdschrift Science Advances .

De komende aardbeving zal plaatsvinden wanneer Gog in Israël is en Israël overvalt met al zijn troepen. De overmacht zal dusdanig groot zijn dat Israel verloren is. Maar dan zal de God van Israël gaan optreden. En als eerste zal dus de grote aardbeving plaatsvinden.

Maar dat is nog niet alles, want de profetie gaat verder!

“ Op al Mijn bergen zal Ik een zwaard tegen hem oproepen, spreekt de Heere HEERE. Ieders zwaard zal tegen zijn broeder zijn. Ik zal met hem een rechtszaak voeren door pest en door bloed. Ik zal een alles wegspoelende regen, en hagelstenen, vuur en zwavel op hem doen regenen, op zijn troepen en op de vele volken die met hem zijn.”(21,22)

Er breekt een enorme verwarring uit onder de strijdkrachten die onder leiding van Gog staan. God voert een rechtszaak. En Hij doet dat door de pest te zenden en door bloed. Er komt een alles wegspoelende regen en hagelstenen. Dit laatste herinnert aan de plaag destijds in Egypte. Er komt ook vuur en zwavel, wat herinnert aan het oordeel aan Sodom en Gomorra.