Psalm 118: (1)

 

“Loof de HEERE, want Hij is goed ,want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.”

 

We vinden dezelfde oproep als in Psalm 115. Hier is de toon toch iets anders. Het is een dringend áppel om toch vooral de HEERE te volgen.

Om Jezus te volgen. Het is een áppel om te zien op de bewogenheid van de HEERE met Zijn volk.

 

De HEERE is een Helper en een Hoorder

“Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen, de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet.”

 

Allereerst letten we op de prachtig belofte die hier wordt gegeven. Wat de psalmdichter heeft meegemaakt, en wat hij kan getuigen vanuit zijn eigen leven, dat geldt onverminderd ook voor ons.

Ook wij mogen weten dat we in de benauwdheid altijd op Gods hulp mogen rekenen. Hij laat ons nooit in de steek.

 

In de geschiedenis van de zeer goddeloze koning Manasse  leren we de overweldigende vergevende liefde van God kennen. Wij zouden deze man allang hebben afgeschreven. Wij zouden helemaal niets met zo’n man meer te maken willen hebben, na al zijn gruwelijke daden. Maar God heeft hem niet losgelaten. De HEERE bracht Manasse “in de benauwdheid.” En toen Manasse in zijn benauwdheid tot de HEERE riep en zich vernederde voor Zijn aangezicht, toen hoorde God hem. En heeft Manasse tot het inzicht gebracht dat de HEERE God is en niemand anders.

“Maar toen Hij hem benauwde, trachtte hij het aangezicht van de HEERE, zijn God, gunstig te stemmen; hij vernederde zich diep voor het aangezicht van de God van zijn vaderen, en bad tot Hem. En Hij liet Zich door hem verbidden, verhoorde zijn smeekbede, en bracht hem terug in Jeruzalem, in zijn koninkrijk. Toen erkende Manasse dat de HEERE God is.”

2 Kronieken 33: 12,13

In de benauwdheid redt de HEERE ons. Hij hoort ons, Hij ziet ons en Hij kent ons. Maar het is beter om niet in die benauwdheid te komen.