De hemel is ons thuis

Reactie op recensie Ref. Dagblad  “De hemel is ons thuis”
Allereerst wil ik de scribent, dr. J Hoek, bedanken voor de wijze waarop hij de recensie heeft geschreven. Duidelijk is dat hij een andere visie heeft op de hemel dan ik dat heb. Toch begint hij zijn recensie met een prachtige zin, waarin onze verbondenheid ligt. Het gezag van de Schrift staat geen ogenblik ter discussie. “Dit doet weldadig aan.”
Bij alle zaken die er in de recensie worden besproken en waarop ik straks zal ingaan vind ik het jammer dat mijn hoofddoel niet veel aandacht krijgt. Dat hoofddoel is ,dat het verlangen naar de hemel weer gaat leven onder christenen en dat die blijdschap die dát geeft doorwerkt in ons leven. Het is toch een geweldige troost te weten dat we straks in de hemel zullen zijn, waar Jezus Christus is, de Zoon van God, en onze Hemelse Vader. Ons leven hier op aarde is immers maar een kleine tijd. In eeuwigheid zullen we mogen genieten van het feest om bij Hem te zijn, in volle glorie en heerlijkheid en zonder zonde!
Mijn opzet is bij de scribent duidelijk niet overgekomen en dat is jammer. Hij verlangt evenals ik naar de aanwezigheid van God, maar ziet zijn verlangen pas bevredigt als hij op de nieuwe aarde zal zijn. Het verlangen naar de hemel staat daarbij op een lager plan. En dat doet mij veel pijn. Verlang ik dan niet naar de nieuwe aarde? Zeker, met heel mijn hart. In mijn boekenserie: “De liefde van Jezus in de Psalmen” laat ik dat ook duidelijk zien. Maar zodra we in de hemel zijn we al thuis bij God. Juichen we voor Zijn troon. Loven we en prijzen we Zijn Naam in volkomen zuiverheid. Ons geluk is dan al oneindig groot. Wordt dat geluk nog groter als we ons verheerlijkt lichaam krijgen? Dan denk ik wel. Maar ons geluk in de hemel is al volmaakt omdat we bij God zijn. Leest u later in dit artikel maar wat de grote prediker Jonathan Edwards daarover heeft gezegd.
1. Geciteerde teksten worden niet of nauwelijks uitgediept.
In het kader van een handzaam boek heb ik mij inderdaad beperkingen opgelegd. De bedoeling van mijn boek is om verlangen op te wekken naar de hemel, omdat er bijzonder weinig aandacht meer voor is in deze tegenwoordige tijd. Dit in schril contrast met het spreken van de kerk in vroeger dagen.
Ik zal dit illustreren met een gedeelte van een preek van Jonathan Edwards een ieder wel bekend. Hij schreef het volgende over de hemel.:
“Wat een vreugde zal er opspringen in de harten van de heiligen als zij hun vermoeiende pelgrimage ten einde zullen hebben gebracht en dit paradijs zullen binnen treden. Hier zullen zij inderdaad onuitsprekelijke vreugde verkrijgen. Dit paradijs is vol van de heerlijkheid en een vreugde die hen in verrukking brengt. De liefde is een altijd aangename bron , maar in het bijzonder is dat de Goddelijke liefde. Dit is zelfs op aarde al een bron van zaligheid. Maar in de hemel zal het een stroom worden, een rivier, een oceaan!
Allen zullen staan rondom de heerlijkheid van God, de grote fontein van liefde. Elke ziel die daar is, is als een toon in een prachtig uitgevoerd muziekstuk. Op harmonieuze wijze voegen alle tonen zich samen tot een zinnen verrukkende klank, waarin God en het Lam voor eeuwig geprezen worden. Ze zijn veranderd van aardse gezindheid naar hemelse gezindheid. Laat de stroom van uw gedachten en toegenegenheid gericht zijn op die wereld en op de God van liefde, die daar woont. De heiligen zijn daar en de engelen, gezeten aan de Rechterhand van Christus. Denk vaak aan alles wat in de hemel is. Aan je vrienden die daar zijn, aan het loven en aanbidden daar van God en aan alles waarin de heerlijkheid van die wereld vol van liefde bestaat. Laat uw wandel in de hemel zijn.”
2. Geen recht aan de huidige en toekomstige aarde
Antw. op de nieuwe hemel en aarde zal God alles tot volkomen bloei doen komen. Alles zal weer vrucht dragen, alles zal tot boei komen en de nieuwe schepping zal zo overweldigend zijn, dat niemand meer terugdenkt aan vroeger. Zie pag. 148,149
Over de huidige aarde heb ik geschreven dat die in barensnood is. Naar aanleiding van Romeinen 8  18-24
Doe ik daarmee geen recht aan de huidige aarde? Of typeer ik terecht hoe het werkelijk is gesteld met de huidige aarde? De aarde is in barensnood. Als ik als voorbeeld de dierenwereld mag nemen dan zie ik enerzijds de overweldigende schoonheid en veelzijdigheid die de HEERE heeft geschapen, anderzijds zie je nadrukkelijk de dood. Er is een voortdurende strijd in de dierenwereld om te overleven. Denk maar eens aan Psalm 42, over het hijgend hert dat ontkomen is aan de jacht. Ik heb daar in mijn boek ook over geschreven hoe totaal anders dat zal zijn op de toekomstige aarde.
3. “Jezus stond op met Pasen met een geheel getransformeerd lichaam en toch was het Zijn eigen ,menselijk lichaam, hiermee is te vergelijken hoe de aarde door de vuurbrand van de loutering heen gaat, terwijl God daarmee het werk van Zijn handen in de schepping niet laat varen.”
Antw. De scribent gaat geheel voorbij aan het feit dat ons nieuwe lichaam een geestelijk lichaam is en geen aards lichaam. Ons nieuwe lichaam is een nieuwe schepping van God. Dat is  geen hersteld lichaam. Geen lichaam dat door de vuurgloed van de loutering heen gegaan is en weer zuiver is gemaakt, zoals de scribent kennelijk denkt. Nee, het is een geestelijk lichaam, totaal anders, maar wel herkenbaar.
Ons geestelijk lichaam zal onbeperkte mogelijkheden hebben. Hoe precies zullen we gaan meemaken op het moment dat we ons verheerlijkt lichaam ontvangen. De mens is het hoofd van de schepping. Zó zal de schepping overgaan van het vergankelijke naar de onvergankelijkheid. Een schepping die past bij ons verheerlijkt lichaam.
4. “De aarde is hun thuis en tegelijkertijd is het een oord van vreemdelingschap. Omdat de wereld nog steeds bezet gebied is. Maar uiteindelijk is de eeuwige toekomst voor Gods kinderen op de vernieuwde planeet aarde. Naar die voleinding kijken de zaligen in de hemel uit.”
De huidige aarde is aan de mensen gegeven, dat is juist. En wat hebben de mensen met Gods schepping gedaan? Door de zonde van de mens is alles kapot gemaakt. Dat is het eerste punt waarom we ons niet meer thuis voelen op aarde. Het tweede punt is dit: God heeft ons gemaakt van stof, vergankelijk. Maar dat was niet Zijn einddoel met ons. We zijn geschapen voor een andere wereld en dat vinden we terug in onze ziel en in ons verlangen.
C.S. Lewis:   “If we find ourselves with a desire that nothing in this world can satisfy, the most probable explanation is that we were made for another world.”
De huidige aarde is ons thuis niet meer, dat is de  hemel en de toekomstige aarde. Die toekomstige aarde zal verbonden zijn met de hemel, want God zal bij de mensen wonen en we zullen Hem zien zoals Hij is. Het hemelse Jeruzalem daalt op aarde neer.
5. “Eenzijdig dat dit boek wel wijst op de hemelse bestemming van de gelovigen, maar niet op de betekenis van hun arbeid en dienst hier en nu op aarde.”
Antw. In hfdst. 10 “schatten verzamelen in de hemel” gaat het over de betekenis van onze arbeid, naar aanleiding van Matth.6: 19-21
In het kader van het boek vond ik het niet relevant om uitgebreid onze cultuuropdracht te bespreken, maar er is wel degelijk gesproken over onze betekenis van onze arbeid hier op aarde. Hoe hebben wij gebouwd?  “ Of nu iemand op dit fundament bouwt met goud, zilver, edelstenen, hout, hooi of stro, ieders werk zal openbaar worden. De dag zal het namelijk duidelijk maken, omdat die in vuur verschijnt. En hoe ieders werk is, zal het vuur beproeven. Als iemands werk dat hij op het fundament gebouwd heeft, standhoudt, zal hij loon ontvangen. ( 1 Kor.3: 12-14)
6. “Weinig blijk van gevoeligheid voor de eigen aard van eschatologische taal. Daarin kan alleen in beeldtaal worden gesproken. Voorbeeld de zee was niet meer is symbolisch, voor de volkenzee.”
 Of op de nieuwe aarde de zee nog zal zijn? In Openb. 21 staat duidelijk dat er geen zee meer zal zijn. Moeten we dat symbolisch opvatten? Ik heb daar veel over nagedacht en ik denk dat we het gewoon moeten nemen zoals het er staat. In Openb. 13 gaat het over het beest dat opkomt uit de zee. Duidelijk is uit het verband op te maken dat het hier symbolisch gaat over de volkenzee. Zal op de nieuwe aarde de zee er nog zijn, die zozeer doet denken aan de volkenzee en alle ellende die daaruit voortgekomen is? Denk ook aan Psalm 89! Of zal het paradijs  wereldwijd worden, maar dan nog veel imposanter? Het paradijs waarin vier rivieren zijn en geen zee? En waar de Boom van het Leven staat, midden in het Paradijs.( Openb.2:7) Samengevat is er voldoende reden om aan te nemen dat er inderdaad geen zee meer zal zijn op de nieuwe aarde, waar alles spreekt van liefde en de hele schepping dát uitstraalt. Aan wat vroeger was zal niet meer worden gedacht. Elk symbool van ellende en dood zal er niet op gevonden worden.
Ik hoop met deze reactie een discussie op gang te brengen over het verlangen naar de hemel.
En ik wens dr. Hoek heel veel zegen toe en een groeiend verlangen naar de hemel.
Johan ’t Hart, schrijver van De hemel is ons thuis en van de boekenserie: De liefde van Jezus in de Psalmen.De hemel is ons thuis

Geef je opmerking