De psalm is tot een bemoediging voor velen, het spreekt van vertrouwen op God. Het spreekt tevens over hoe we met angst moeten omgaan. Of we bang zijn voor de angst die ons aanvalt of dat we veilig en geborgen zijn bij Hem. We merken op dat de omstandigheden niet beslissend zijn, maar de kracht van de HEERE. Er is moed voor nodig om te geloven. We worden opgeroepen om te zien op het onzichtbare, te geloven in de beloften die ons gegeven zijn.
The proof of the pudding is eating it
“Toen kwaaddoeners op mij afkwamen, om mij levend te verslinden – mijn tegenstanders en mijn vijanden –struikelden zij zelf en vielen. Al belegerde mij een leger, mijn hart zou niet vrezen; al brak er een oorlog tegen mij uit, toch vertrouw ik hierop.”
En dan volgt nu de proef op de som. Nu komen de boosdoeners op ons af. Ja, ze hebben echt kwaad in de zin. Ze willen ons vlees eten, het zijn tegenstanders en vijanden. Worden we nu toch bang, vergeten we wat we net hebben beleden? Wat doen we als de omstandigheden zich tegen ons lijken te keren? Nee, we worden niet bang, zelfs al stormt een heel leger op ons af. Dat is wat, een heel leger, en toch… we worden niet bang, we blijven vertrouwen. En waarom? Omdat Jezus ons Licht en Heil is en we leven uit Zijn kracht.
Geef je opmerking