Psalm 13 ‘Vergeet God mij?’

Psalm 13 Vergeet God mij? “Een psalm van David, voor de koorleider. Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten?  Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen?  Hoelang zal ik nog plannen maken in mijn ziel, verdriet hebben in mijn hart, dag na dag?  Hoelang zal mijn vijand zich nog boven mij verheffen? Zie mij aan, verhoor mij, HEERE, mijn God!  Verlicht mijn ogen, anders ontslaap ik in de dood,  anders zegt mijn vijand: Ik heb hem overwonnen, en verheugen mijn tegenstanders zich, wanneer ik wankel. Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid, mijn hart zal zich verheugen in Uw heil, ik zal voor de HEERE zingen, omdat Hij goed voor mij geweest is.”  

Een psalm in de nood.

In deze psalm komen diepe vragen aan de orde. Twijfel wordt uitgesproken, er is tobben en klagen en het waarom klinkt. Heel veel mensen zullen zich herkennen in deze psalm, omdat zij dit hebben meegemaakt of er nog midden in zitten. Er is ook sprake van de vijand. Het belangrijkste in deze psalm is de uitroep van David: Op Uw liefde vertrouw ik. Elke gelovige die daarop pleit zal verhoord worden, want de HEERE is goed en Zijn goedertierenheid duurt tot in eeuwigheid.

Vergeet God mij?

 “Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten? Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen?”   Dát zijn indringende vragen die David hier stelt. Het kan op een gegeven moment in je leven zó erg tegenzitten dat de moed je in de schoenen zinkt. Daarbij komt dan altijd een schuldgevoel naar boven, dat aanzet tot het nadenken van de vraag: wat heb ik fout gedaan? Is het mijn eigen schuld dat in de problemen zit? Heb ik zo zwaar gezondigd tegen de Here dat Hij mij straft? En waarom lijkt het dat de Here zo ver weg is? Ziet Hij het niet hoe ik lijd? En hier bij David is de situatie nog nijpender omdat hij ook nog eens belaagd wordt door achtervolgers die het op zijn leven hebben gemunt.

David stelt hier drie vragen

  David gaat drie vragen stellen:  

  • Vraag 1: Hoe lang nog Heer? Een vraag die uit diepe vermoeidheid voortkomt. De krachten van David schijnen ten einde. Het is een vraag die de gelovigen ook bezig houdt. Als je in deze tijd om je heen kijkt, dan verzucht je toch ook: Hoe lang nog Heer? Je ziet uiteengeslagen gezinnen, leugens die worden gesproken, twijfels die over de betrouwbaarheid van Gods Woord worden geuit. Dan verzucht je toch ook: Hoelang Heer? Het is de vraag die door alle eeuwen heen al heeft geklonken. Maar het antwoord weten we ook: Ik kom spoedig. Blijf trouw!

Vraag 2: Vergeet U mij voorgoed? Voor je gevoel kan God zo ver weg zijn, dat je bijna gaat denken, dat God je vergeten is. Zeker als je de levenskracht om nog weer verder te gaan ontbeert, kan deze diepe hartenkreet in je opkomen. Het zijn diepe tonen van verdriet die hier opborrelen.

Vraag 3: Hoelang nog verbergt U Uw gelaat voor mij? In de vraag zit een opklimming van emotie. David zegt hier niet anders dan dat hem aan het hart gaat hoe erg hij het vindt dat Hij Gods liefde ontbeert. Niet dat hij met zijn verstand dit zegt, maar vooral geeft hij hiermee uiting aan zijn gevoel. Zijn gevoel zegt hem dat God hem misschien wel in de steek laat. En dat gevoel gaat vervolgens weer knagen aan het verstand. De aanvechtingen komen dan naar boven. Is het niet terecht dat God ver weg is, heeft hij dit niet verdiend?

Wie goed naar deze vragen luistert en die op je laat inwerken, komt uit bij het lijden van de Here Jezus. En dan speciaal bij het lijden aan het kruis, toen onze Heiland uitriep: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?’ Hoe lang verberg Gij Uw gelaat voor mij? Deze vraag heeft een wel heel diepe betekenis gekregen toen God de Vader Zijn aangezicht verborg voor Zijn Zoon. Bij de behandeling van Psalm 22 komen wij hier uitgebreid op terug.

Het ” hoe lang nog” dendert in onze oren

 “Hoelang zal ik nog plannen maken in mijn ziel, verdriet hebben in mijn hart, dag na dag? Hoelang zal mijn vijand zich nog boven mij verheffen?”   Het hoe lang nog, dendert bijna in onze oren. Dag na dag tobt het hart van David. Het leven van David is geen leven van triomfen. Integendeel. Hij vraagt naar het waarom. Waarom triomfeert de vijand over mij? David kan het niet meer bevatten.   “Zie mij aan, verhoor mij, HEERE, mijn God!  Verlicht mijn ogen, anders ontslaap ik in de dood.”   Een uitroep in grote nood. De enige hulp is bij de HEERE. Maar de nood is zo groot geworden dat David zelfs vreest voor zijn leven. Zijn ogen zijn dof geworden van de tegenslagen. Vele malen in zijn leven heeft David oog in oog gestaan met de dreiging van de dood. Hij heeft met leeuwen en beren gevochten, heeft de spottende dreiging van Goliath getrotseerd, de achtervolgingen van Saul,  het verraad van Absalom . Hij heeft vele oorlogen gevoerd tegen de vijanden van Israël. Maar nu schijnen de vijanden te overwinnen.

Wat zullen de vijanden zeggen?

 “anders zegt mijn vijand: Ik heb hem overwonnen, en verheugen mijn tegenstanders zich, wanneer ik wankel.”   De vijanden, zij loeren op het leven van David. En David verweert zich met het gebed. In het gebed roept hij tot de levende God. De vijanden hebben het op hem gemunt omdat hij de Koning is. We zitten hier midden in het gevecht tussen de Koning van Israël en de vijanden van de Koning. De vijanden loeren op de Koning om de macht over te nemen.   “Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid,  mijn hart zal zich verheugen in Uw heil, ik zal voor de HEERE zingen, omdat Hij goed voor mij geweest is.”   Het einde van de psalm ziet op de verhoring van het gebed. Wederom een krachtige belijdenis van zijn geloof. Het hart van David staat in vuur en vlam omdat de Here heeft gered, redt, en zal redden. Hij moet nu wel gaan zingen van blijdschap. Blijdschap die we zo goed kennen van David. Wat een vreugde om zo dicht bij de HEERE, te leven.   Een voorrecht voor Israël om Jezus als Koning te hebben En wat een voorrecht voor Israël om zulk een Koning te hebben. Een Koning die op zijn God vertrouwt. En wat een voorrecht als de Grote Koning zich noemt: De Herder van Israël. En de dag komt dat gans Israël zal belijden: Hij heeft ons goed gedaan.

Geef je opmerking