Psalm 23: Jezus is mijn herder, mij ontbreekt niets

Psalm 23   De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets
“Een psalm van David.
De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam.
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven. Ik zal in het huis van de HEERE blijven tot in lengte van dagen.”
Na de ontroerende psalm 22 met het daverende slot: “God is een God van daden”, volgt psalm 23 met een geloofsbelijdenis: “De Here is mijn herder, mij ontbreekt niets.”
Psalm 23 is een van de meest geliefde psalmen en heeft aan zo velen geloof, moed en vertroosting gegeven. Toch is de psalm heel kort.
Het beeld van de goede herder is een heel bekend beeld in de Bijbel. Een beeld wat een veilig gevoel geeft. Bij de Here te schuilen bij de goede herder, daar kom je tot rust en stilte.
Bij de behandeling van deze verzen komen we vele Bijbelgedeelten tegen die herinneren aan de trouw van God. Het is niet zonder reden dat deze psalm volgt op de diepe psalm 22, waarin de trouw van God de Vader en de Zoon zulk een ontzagwekkende hoogte bereikt.
De herderspsalm biedt vele facetten die doen denken aan de schittering van een diamant. Het is een psalm van David, het is een psalm van ons zelf, en het is de psalm van de goede herder, het is de psalm van de overwinning van de Zoon van David. Het is een psalm van tranen, van hoop, van bemoediging.
De herder en zijn schapen
“De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets”
Het gaat in deze psalm in het bijzonder over de herder en zijn schapen.
Zoals algemeen bekend is een schaap een zeer afhankelijk dier.  Een schaap kan zich niet verdedigen tegen aanvallen van wilde dieren, het is geheel afhankelijk van de herder die waakt of niet waakt over zijn kudde. Bovendien heeft een schaap een heleboel slechte eigenschappen, die het de herder moeilijk maken om voor het schaap te zorgen. Een schaap is halsstarrig, doet soms enorme stomme dingen, is angstig.
Neiging om weg te lopen
Een schaap heeft ook de neiging om weg te lopen en eigen wegen te volgen.
Dit maakt het voor de herder een zaak van grote oplettendheid om het schaap in de gaten te houden.
De herder
Dit brengt ons op de positie van de herder. De herder heeft als taak, ja zelfs als levensvervulling om te zorgen voor zijn schapen. Dit vraagt zijn volle aandacht, elke dag begint hij met zijn schapen te tellen of er niet een schaap is weggelopen. Voorts moet hij ze onderzoeken of zij geen ziekten onder de leden hebben.
De Here Jezus vertelt in een gelijkenis treffend hoezeer de herder bewogen is met het lot van zijn schapen. Als er een schaap is weggelopen dan laat hij de kudde achter zich en gaat op zoek naar het schaap dat is weggelopen. Het schaap dat is weggelopen van de herder is immers ten dode opgeschreven, uit zichzelf zal het schaap nooit terugkeren en zal ten prooi vallen aan de wilde dieren of zal sterven aan ziekte of sterven van dorst want zelf water vinden lukt niet.

Geef je opmerking