In 2016 heb ik het boek “De Zoon van God komt terug” geschreven. En ik was zelf eigenlijk ook wel benieuwd wat er nadien allemaal veranderd is. Is de wereld een plaats geworden waarin het geloof sterker is verankerd of gaat het juist de verkeerde kant op?
Er is echter een andere aanleiding voor dit artikel. En dat is een column in het N.D. ( Nederlands Dagblad) waarin Dick Schinkelshoek een artikel schrijft over de opname van de gemeente.
Hij schrijft: “Na deze opname (Engels: rapture) breekt wereldwijd een verschrikkelijke tijd aan, waarin volgens velen Israël tot bekering zal komen. Pas dán zal Christus echt terugkomen. Zonder iets te willen afdoen aan de oprechtheid van wie een dergelijke opname verwacht: met dezelfde oprechtheid meen ik dat het een theologisch misverstand betreft. Als christelijk idee heeft de opname namelijk een paar flinke ‘nadelen’: ze is behoorlijk recent, ze berust hoofdzakelijk op een tekst van Paulus die feitelijk iets anders zegt, ze is tamelijk speculatief en Jezus zelf rept er met geen woord over.”
Het beeld van de opname zoals hij dat voor ogen heeft is als volgt:
“Als de koning bij je op bezoek komt, blijf je niet binnen op de bank zitten, maar wacht je hem buiten op. Kwestie van respect. Samen loop je vervolgens naar binnen. Als Christus, schetst Paulus, bij donderslag en met trompetgeschal in heerlijkheid zijn wereld zal betreden, zullen zijn levende én overleden volgelingen opveren en Hem aan de poort welkom heten. Het ‘altijd bij Hem zijn’ duidt dus niet op een hemelse, maar op een aardse toekomst. Het beeld dat Paulus schetst, stelt Wright, ‘is niet bedoeld ter speculatie maar als troost’. Het idee van een opname op grond van deze tekst noemt Wright ‘nonsens’.”
In hoofdstuk 7 van mijn boek “De Zoon van God komt terug” wat specifiek de opname van de gemeente belicht, ga ik al uitvoerig in op bovengenoemde argumenten.
Een belangrijk element van de opname van de gemeente is dat er een heel belangrijk motief is voor is.
We moeten goed beseffen dat de woorden van Jezus in Mattheus 24 dat motief aangeeft. Hij zegt:
“ Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen. Wie op het dak is, moet niet naar beneden gaan om iets uit zijn huis te halen, en wie op de akker is, moet niet terugkeren naar wat hij achterliet om zijn kleren te halen. Maar wee de zwangeren en de zogenden in die dagen! En bid dat uw vlucht niet zal plaatsvinden in de winter en ook niet op een sabbat. Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden.”(Matth.24:15-22)
Waarom wordt de gemeente van de aarde met kracht weggevoerd en naar de hemel gebracht? Is dat niet een gemakkelijke ontsnappingsroute voor christenen? Hoeven wij dan het lijden op aarde niet mee te maken? Dit verwijt wordt veel gebruikt. Maar is dit verwijt terecht? Nee, dat is het niet, omdat men zich niet goed realiseert wat het betekent dat er een grote verdrukking aan komt. Herinneren we ons de woorden van Jezus, dat we moeten opletten op een teken. Het teken van Daniël. Dat teken is de gruwel van verwoesting in de Tempel.
Jezus zegt: Als je die gruwel van verwoesting ziet staan op de heilige plaats, dan moet je vluchten. De apostel Paulus laat zien wat die gruwel van de verwoesting precies is, wanneer hij schrijft over de antichrist.
“En wij vragen u dringend, broeders, met betrekking tot de komst van onze Heere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. Herinnert u zich niet dat ik u deze dingen zei, toen ik nog bij u was? En u weet wat hem nu weerhoudt, opdat hij op zijn eigen tijd geopenbaard wordt. Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam. Alleen is er iemand die hem nu weerhoudt, totdat hij uit het midden verdwenen is. En dan zal de wetteloze geopenbaard worden.”(2Thess.2:2-8)
Er komt, en dat is zeker, een tijd op aarde dat de antichrist in de ( nog te bouwen) Tempel zal gaan zitten om zich als God te laten vereren. Het is onvoorstelbaar, maar tóch gaat dat gebeuren.
En we kunnen de vraag stellen of het mogelijk zou zijn dat zowel de antichrist, die alle macht krijgt op aarde, en de Wederhouder, de Heilige Geest, tegelijk op aarde zullen zijn?
En het antwoord op die vraag is dat dit niet mogelijk is.
“ Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.”(1 Thess.4:14-18)
Wat zegt de tekst nu precies?
- Op dezelfde wijze als Jezus is opgenomen, op die wijze zullen wij worden opgenomen. Niemand zag de opname van Jezus behalve Zijn discipelen. Waar ging Jezus naar toe bij Zijn opname? Naar de hemel!
- Met “wij’ wordt bedoeld de hele gemeente van Jezus Christus, degenen die gestorven zijn en diegenen die nog leven worden opgenomen in een ondeelbaar ogenblik.
- De ontmoeting is niet op aarde, maar in de lucht. Jezus komt niet naar de aarde. We worden opgenomen in de wolken.
- Het idee dat we op aarde hem zullen opwachten is gebaseerd op een idee wat niet terug te vinden is in de tekst. Het is bovendien gebaseerd op een aardse voorstelling van zaken die terugvoert op een heidense gewoonte. Het is , als je er goed over nadenkt, wel wat beschamend om zoiets te bedenken en te geloven.
- De gedachte dat er ergens een plek op aarde zou zijn waar we hem als gemeente op aarde zouden ontmoeten is speculatief. Het is op geen enkele manier aan te tonen vanuit de Bijbel.
- De opname van de gemeente valt niet samen met de Wederkomst van Jezus op aarde.
Hij zal niet toestaan dat Zijn bruid, die duur gekocht is, zal worden bezoedeld door de antichrist.
|
- De opname van de gemeente is niet bedoeld om het lijden uit de wereld uit de weg te gaan. Integendeel, de gemeente wordt vanaf haar begin vervolgd en moet lijden om de naam van Jezus. De gemeente is de Bruid. De Bruidegom is Jezus. Hij zal niet toestaan dat Zijn bruid, die duur gekocht is, zal worden bezoedeld door de antichrist.
- De antichrist, wiens geest al werkzaam is, zal pas kunnen verschijnen wanneer de Heilige Geest, weer terugkeert naar de hemel. De Trooster van de gemeente keert samen met de gemeente terug naar de hemel.
De betekenis is dat wij de heerlijkheid zullen zien die Jezus bij de Vader heeft. |
De betekenis van de opname laat Jezus zien tijdens het Laatste avondmaal, voordat Hij zal gaan lijden ,sterven, opstaan uit de doden en hemelvaart. De betekenis is dat wij de heerlijkheid zullen zien die Jezus bij de Vader heeft. De gemeente is de Bruid van Gods Zoon. En het is de diepe wens van Gods Zoon dat we zullen zijn in het huis van Zijn Vader.
Tot slot:
We zijn zó dichtbij de komst van de opname van de gemeente! Alle seinen staan op groen. Laten we met vrijmoedigheid en met wijsheid deze vreugdevolle boodschap verkondigen. Het is een boodschap van liefde en bewogenheid en troost. Juist in deze bange dagen, waarin er zoveel gebeurt tegen Gods wil en bedoeling, mogen we weten dat Hij alles in Zijn Hand heeft en dat Hij de Almachtige God is.
Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Maranatha!
Johan ’t Hart, schrijver en apologeet