Psalm 77:

We kunnen de psalm vanuit verschillende kanten bekijken. Vanuit individueel perspectief. We zien dan iemand die er helemaal doorheen zit. Bijna tegen depressief aan. Gaandeweg de psalm verandert de donkerte. Er komt uitzicht op de God die wonderen doet.
We kunnen de psalm ook bekijken vanuit het perspectief dat het hier gaat om een Israëliet die God volkomen is toegewijd, maar die ziet dat God Zijn volk lijkt te hebben verlaten. De vraag klinkt dan door: Heeft God Zijn volk verstoten?
Bij de behandeling van de psalm zullen wisselend beide perspectieven aan bod komen.

Feest

Feestgangers

In de brief aan de Hebreeën wordt nog een ander aspect getoond.
Als gemeente van Jezus Christus zijn we genaderd tot de berg Sion, en tot de stad van de levende God. Waar is die stad te vinden? In de hemel. Het aardse Jeruzalem en het hemelse Jeruzalem zijn met elkaar verbonden door Jezus. Wat is in het hemelse Jeruzalem te zien? Allereerst zien we tienduizendtallen van engelen. Vervolgens zien we een feestelijke vergadering. Jawel, het is feest in de hemel. Wij als gemeenteleden zijn feestgangers. Vervolgens zien we de gemeente! Jawel, de gemeente is al in de hemel. Nog niet voltallig, maar wel al heel veel.

volgorde van onze zaligheid

In de hemelse gewesten gezet

De woorden in Efez. 2 stemmen hier mee overeen. Daar staat dat we in de hemelse gewesten zijn gezet in Jezus Christus. De volgorde van onze zaligheid wordt prachtig beschreven. Toen wij dood waren voor de zonde heeft God ons liefgehad. En uit genade zijn wij met Christus levend gemaakt. We zijn al opgewekt met Christus en we zijn al in de hemelse gewesten geplaatst. Dat is de stand van zaken!
En dan nu de vraag: waarom zijn wij nu al in de hemel geplaatst?
De reden daarvan is dat Jezus in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade bewijst. Als u al dacht alleen maar te zingen in de hemel, dan vindt u hier een geheel ander perspectief. God de Vader zal Zijn genade bewijzen aan ons. Die genade is een allesovertreffende rijkdom! Wij zijn geschapen in Messias Jezus met als doel om goede werken te doen. Door de zondeval is van die goede werken doen nog niet veel terecht gekomen. Zelfs onze beste werken zijn vermengd met de zonde. Maar het geweldige nieuws is dat zodra wij in de hemel zijn, we in staat zijn om goede werken te doen. Dan komen wij tot onze bestemming. God heeft nog heel wat in petto voor ons!

“ Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de alles overtreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. (Efeze 2: 4-10)

ons denken moet veranderen

Ik herinner me nog levendig een kerkdienst waarin de jeugdige voorganger de gemeente opzweepte om hun stad te gaan innemen. Wij proclameren bevrijding in de Naam van de Heer!

We moeten van alles

Wordt u daar ook niet zo moe van? Dat u tegenwoordig van alles moet doen in de kerk? We moeten zending bedrijven, we moeten voor de ouderen er zijn, we moeten de jongeren stimuleren, we moeten genezen, we moeten heilig leven, we moeten met asielzoekers in de slag, we moeten in gesprek met moslims .
De zieken moeten worden bezocht, de leer moet zuiver worden gehouden, we moeten aandacht hebben voor het gezin, voor de school, we moeten op werk een leesbare brief zijn etc. Wij zijn de boodschap. En dat alleen nog maar als christen. Buiten de kerk moeten we ook nog van alles.

We moeten van alles en we hebben haast, ongelooflijke haast. In dit leven moet het allemaal gebeuren. Het doet me denken aan de woorden van de Here Jezus:

“ Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben.” ( Matth. 9: 36)

De Joden in de dagen dat Jezus op aarde was, moesten van alles van hun leiders. Toen lag het zwaartepunt op het volbrengen van de Wet. Vandaag de dag komen we om in de thema’s en hypes. Waar komt die onrust vandaan? Wellicht omdat we aards denken? We wekken de indruk dat het straks is afgelopen. Terwijl we kinderen van de eeuwigheid zijn. Dit leven is bij wijze van spreken de eerste bladzijde van het boek, dat wel een begin heeft maar geen einde. Hoe waar is het woord: “Zij die geloven haasten niet.”

Psalm 76

God voelt zich thuis in Juda . Als geen ander kent Hij de geschiedenis van Zijn volk. hij heeft de vreugde ervaren als ze Hem dienden. hij heeft het verdriet ervaren als ze Hem verlieten. Hij is benauwd geweest als Zijn volk werd vervolgd, geslagen en geminacht.

God zelf is de legeraanvoerder van Israël. Zijn Naam is schitterender en machtiger dan de roofzuchtige bergen, symbool van de vijanden van Israël.

Niemand is opgewassen tegen de kracht van de Messias van Israël.

 

uit:  De liefde van Jezus in de Psalmen, deel vier