Psalm 4 God de Vader zendt Jezus
“Als ik roep, verhoor mij, o God van mijn gerechtigheid!”
De uitroep van David is speciaal gericht. Het is geen algemene roep om hulp aan God, maar hij roept tot de God van mijn gerechtigheid. Het is een thema wat nog vele malen zal terugkeren in de psalmen. Rechtvaardig zijn, recht doen. Een diep besef dat de Here je goed zal doen als je rechtvaardig en ootmoedig voor en met Hem leeft.
Het is in het hart van God om ruimte te maken
“In de benauwdheid hebt U ruimte voor mij gemaakt.
Wees mij genadig en luister naar mijn gebed.”
David heeft in zijn leven heel wat benauwde momenten meegemaakt.
We lezen daar iets van in het boek Samuel
“Verder zei David: De HEERE, Die mij uit de klauwen van de leeuw gered heeft en uit de klauwen van de beer, Die zal mij redden uit de hand van deze Filistijn. Toen zei Saul tegen David: Ga heen, de HEERE zij met je! “(1 Samuel 17:37)
Hij maakt ruimte zegt David. Het is niet zo dat in het verleden dat God wel eens deed, maar David spreekt in de tegenwoordige tijd. God maakt ruimte.
Het is namelijk het hart van God om ruimte te maken. Zeker als wij in benauwdheid tot Hem roepen. Het is zelfs zo, dat Hij zegt:” Als jullie het benauwd hebben, dan heb Ik het benauwd.” (Jesaja 63:9)
De houding van de bidder
We letten op de houding van de bidder! Wees mij genadig en hoor mijn gebed. Leven uit genade.
Tegenwoordig komen we ook de opvatting tegen dat we als gelovigen in Jezus Christus in Zijn naam zaken kunnen claimen. We hoeven het in feite niet meer te vragen, want het is ons allemaal al gegeven. We hoeven, ja moeten het nu gaan gebruiken. En wat gaan we gebruiken: De macht die aan ons in Hem is gegeven.
Het goede aan deze gedachte is, dat wij nu inderdaad mogen leven uit de overwinning die door Jezus is behaald. Wij zijn met Hem zegt Paulus
gekruisigd, gestorven en begraven en opgestaan Het soms beangstigende is, dat wij het gevaar gaan lopen onafhankelijk van God de Here te gaan opereren. Wij kunnen de autoriteit die we ontvangen hebben in Hem, gebruiken voor onze eigen gedachten van wat goed en noodzakelijk is in onze eigen ogen. Vergeten wordt dan het woord van de Here Jezus zelf, in het Johannes evangelie:
“Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.
Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.”(Johannes 15:1-8)
David, de man die zo dicht bij de Here leefde leert ons te zien dat we altijd, ja altijd naar God moeten toegaan vanuit een houding van diepe afhankelijkheid van Hem. Hij is immers de Schepper, wij schepselen.
Eer
“Aanzienlijken, hoelang zult u mijn eer te schande maken?
Hoelang zult u het lege liefhebben, de leugen zoeken? Sela”
Wat David hier meemaakt is dat zijn eer op het spel staat. David de rechtvaardige, die terecht de aanvallen van de tegenstanders ervaart als het vertrappen van zijn eer. Er zit iets van vertwijfeling in de uitroep van David. Hoe is het mogelijk dat jullie zo handelen? Hij ontmaskert de tegenstanders als mensen die ijdelheid liefhebben. Als we verder in de geschiedenis gaan, zien we de Here Jezus staan voor de leidslieden van Israël. De Rechtvaardige tegenover de leiders van het volk. En dan klinkt deze vraag des te dieper: Hoelang is Mijn eer tot versmading? Hoelang hebben jullie ijdelheid lief, hebben jullie de leugen lief? Je voelt in deze vraag het intense verdriet over het vertrappen van de waarheid en het gaan in de leugen.
Wie is de gunsteling?
“Weet toch: de HEERE heeft Zich een gunsteling afgezonderd;
de HEERE hoort als ik tot Hem roep.”
De schijnwerper richten we eerst op David, de gunstgenoot van de HEERE. David weet zich de gezalfde, de geroepene van de Here. En ook wij , als gemeente van Jezus Christus, weten ons gunstgenoten. De Here noemt ons zijn vrienden. Dan kunnen we met David ook vrijmoedig uitroepen: De Here hoort als ik tot Hem roep.
In dit vers zit echter een diepere zin. De gunstgenoot heeft betrekking op de Here Jezus zelf. Hij is De Gunstgenoot en het hele leven op aarde van onze Here is een bewijs geweest van deze woorden:” De Here hoort als ik tot Hem roep.” En zelfs op het toppunt van Zijn lijden wist hij: De Here hoort mij. Bij Hem is het horen, een uiting van een enorme bewogenheid met ons levenslot.
Omgaan met woede
“Wees ontzet, maar zondig niet; spreek in uw hart wanneer u op uw slaapplaats ligt, en wees stil. Sela”
Je mag ontzet zijn. Een heel bijzondere uitspraak, je mag toornig zijn, maar daarbij moet je niet zondigen. Deze wijze les is voor ons allemaal, ga met al je toorn naar de Here toe. Hij heeft gezegd: Mij komt de wrake toe, Ik zal het vergelden. Zoals altijd moeten we letten hoe de Here Jezus tijdens Zijn leven op aarde er mee om ging. Een sprekend voorbeeld heeft gegeven tijdens de reiniging van de tempel.
Er zijn natuurlijk nog veel meer gelegenheden waarin Jezus boos was ten opzichte van zijn vijanden. De Here God is toornig over de zonde, de zonde die zijn doel mist. Het doel is de Here God zelf. Hij is vol van liefde en waarheid. Ziet u ook dat nadat hij de tempel in toorn had gereinigd, hij vervolgens blinden en verlamden genas?
In onze woede, die terecht kan zijn, zal de leidraad altijd moeten zijn dat er in ons spreken en handelen liefde zal blijken. Die liefde kan soms ook bestaan in het zwijgen. Soms spreekt het zwijgen meer, dan het spreken.
In de Efeze brief komt de apostel Paulus met de volgende uitspraak:
“Maar u hebt Christus zo niet leren kennen, als u Hem tenminste gehoord hebt en door Hem bent onderwezen, zoals de waarheid in Jezus is, namelijk dat u, wat betreft de vroegere levenswandel, de oude mens aflegt, die te gronde gaat door de misleidende begeerten, en dat u vernieuwd wordt in de geest van uw denken, en u bekleedt met de nieuwe mens, die overeenkomstig het beeld van God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar. Word boos, maar zondig niet; laat de zon niet ondergaan over uw boosheid.” (Efeze 4:20-26)
“Breng offers van gerechtigheid en vertrouw op de HEERE.”
De gelovigen worden opgeroepen offers te brengen naar de eis van het verbond. Er is een diepe relatie met het brengen van de offers en het vertrouwen op de Here. En houd de liefdadigheid en de onderlinge solidariteit in ere, want dat zijn offers waarin God behagen schept., zegt de apostel. In het oude testament werden er offers gebracht voor de zonden van het volk. Dat is het uiterlijk teken. Maar het moet uitwerken in je leven en in je relatie met God. De offerdienst is er nog steeds, maar wel anders. Heel ons leven moet nu een lofoffer zijn voor de Here.
God lof offeren houdt in dat je op Hem je vertrouwen stelt. Dat is ons niet eigen. We vertrouwen vaak meer op ons zelf. En goed beschouwd is dat heel vreemd. We weten dat we zelf zeer zondige mensen zijn, klein en nietig, en toch is er een zekere achterdocht om de almachtige Here te vertrouwen. Het is goed ons dat te realiseren en dat in onze relatie met God ook te zeggen. Here ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.
“Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien?
Verhef over ons het licht van Uw aangezicht, HEERE!”
We komen de “velen” tegen. En wat zeggen de “velen’? “Wie zal ons het goede doen zien?” Een vreemde vraag. Weten zij het dan niet, dat er maar ÉEN ons het goede kan doen zien. Je staat toch elke keer weer verwonderd, dat mensen zo vaak hun heil bij zichzelf zoeken, en niet bij de HEERE.
Heeft Jezus het licht van Zijn Vader laten zien?
Bij de vraag : Wie zal ons het goede doen zien, kunnen wij ook antwoorden: De Here Jezus heeft ons het goede doen zien. Hij heeft laten zien wat er in het Vaderhart is. Blinden gaf Hij het gezicht, doven konden weer horen, zij die gevangen waren door demonen werden bevrijd, lammen konden weer lopen. En zonden werden vergeven! Jezus is het Licht.
“U hebt mij meer blijdschap in het hart gegeven
dan ten tijde dat zij hun koren en hun nieuwe wijn in overvloed hadden.”
Bij deze woorden denken we ook aan het Spreukenboek, waar de zin van het leven wordt uitgelegd. Waar zijn we naar op zoek in het leven?
Naar geweldige rijkdom, een leven in luxe, een zorgeloos bestaan? Lijkt u dat niet wat? Het Zwitserleven gevoel, genieten van al het goede dat God ons geeft? Het is een verlangen wat bij de meeste van ons toch wel wat losmaakt. Misschien is het wel een ingeschapen verlangen. De Here God heeft ons geschapen met het vermogen om te genieten van al het goede wat Hij heeft gemaakt. We mogen ook denken aan de geweldige rijkdom die God aan Job gaf. En niet te vergeten Abraham, Izaäk en Jacob. En toen het volk bevrijdt werd uit de slavernij van Egypte beloofde Jahweh een land overvloeiende van melk en honig.
Wat David hier laat zien, is het geheim van zijn leven. Het gaat David om de Here zelf. En zo mogen we kijken naar de dingen van het leven.
Als we jagen naar de “mooie” dingen in het leven, een prachtige boot, een schitterend huis, maar we zien dit los van God, dan heeft het geen enkele waarde. Het moet in een christenleven om de Here zelf gaan!
Om Zijn liefde, Zijn genade, Zijn trouw, Zijn barmhartigheid.
En we denken aan onze Heiland, die werkelijk alles had in de hemel, maar die grote heerlijkheid prijsgaf om als mens onder ons te leven. En dat ook nog eens in armoede, zoals wij dat in onze rijke westerse wereld geeneens meer kennen.
“De vossen hebben holen, en de vogels in de lucht nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen.” (Mattheus 8:20)
En toch is dit Schriftwoord heerlijk vervuld in de Here Jezus: U hebt Mij meer vreugde gegeven, dan toen hun koren en most overvloedig waren.
Koren en most zien op materiële rijkdom, maar ook op eer en status! Maar als we ons richten op God, dan zijn we pas echt rijk. De zegen van de Here, die maakt rijk.
Veilig wonen
“In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen,
want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen”
David spreekt van een totale overgave van zijn ziel in de handen van de Here. Later zegt Paulus: “Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?” De Here Jezus zegt: “Zonder Mij kunt u niets doen. Die vrede te kennen geeft een mens de ware rust, want wat er ook gebeurt, de Here doet mij veilig wonen. De Vredevorst, Hem zij alle eer en glorie!”